De UETR (de Europese koepelorganisatie bestaande uit 16 beroepsorganisaties van wegvervoerders, waaronder UPTR en TLV in België) moet op zoek naar een nieuwe secretaris generaal, aangezien Lode Verkinderen, die deze functie combineerde met de functie van secretaris generaal van TLV, zijn mandaat heeft neergelegd. De beslissing van Lode Verkinderen om zich volop te richten op zijn taken binnen Transport en Logistiek Vlaanderen, valt op een cruciaal moment voor die andere Europese organisatie van goederenvervoerders (naast IRU). Michel Reul, directeur van UPTR, de tweede Belgische organisatie binnen UETR, windt er geen doekjes om: “Deze beslissing valt op het slechtst mogelijke moment omdat de UETR zich moet uitspreken over de ‘Road Package’. UPTR stelt vast dat ook de UETR geconfronteerd werd met het spanningsveld tussen Oost- en West-Europese vervoerders, wat waarschijnlijk ook een rol heeft gespeeld in de beslissing van TLV. UPTR heeft er begrip voor dat deze tegenstellingen demotiverend kunnen werken om de standpunten van de verschillende partijen te verenigen. UPTR spreekt echter de hoop uit dat er iemand opstaat binnen de UETR met de nodige vakkennis en charisma om de sputterende UETR-motor opnieuw op gang te brengen. De UETR staat immers aan een kruispunt: een gemeenschappelijk standpunt verdedigen op Europees niveau of de stekker eruit trekken. UPTR gaat in ieder geval volop voor de eerste optie en wil bij voorkeur samen met TLV het onderste uit de kan halen voor de Belgische transporteurs.” Deze alarmerende woorden worden in ieder geval afgezwakt door de hoofdrolspeler in dit verhaal, met name Lode Verkinderen. “Deze beslissing heeft te maken met praktische overwegingen. TLV neemt binnenkort afscheid van één van de medewerkers. Hoewel er in vervanging wordt voorzien, zullen we ons volop moeten inzetten op de belangen van TLV en de leden. TLV staat al enige tijd helemaal alleen in voor het secretariaatswerk binnen UETR. Het is nu aan een ander UETR-lid om ons werk verder te zetten. We waren net volop bezig om onze beroepsorganisatie nog professioneler te omkaderen.”