Europees Commissaris voor vervoer Violeta Bulc heeft vandaag een reeks voorstellen voorgelegd die de kaarten van het concurrentielandschap in het wegtransport flink dooreen zullen schudden. Het doel is ambitieus: de sociale fraude aanpakken en de arbeidsvoorwaarden van de chauffeurs verbeteren. “Het is onze bedoeling om het wegtransport transparanter, soepeler, inclusiever en rechtvaardiger te maken om alle Europese burgers beter te kunnen bedienen”, verklaarde Bulc vooraleer ze dieper op de verschillende voorgestelde wijzigingen inging: • Een totaalverbod van de ‘brievenbusfirma’s’. De transportbedrijven moeten effectief gevestigd zijn in het land waar ze actief zijn (de Commissaris heeft niet uitgelegd wat dit precies betekent). Hiervoor komt er een grotere samenwerking tussen de controlediensten van de verschillende lidstaten. • Nieuwe cabotageregels die komaf maken met het huidige voorschrift ‘drie nationale transportopdrachten tussen twee internationale opdrachten’. Cabotage wordt gedurende vijf dagen tussen twee internationale transportopdrachten in onbeperkt mogelijk, en dit om leegrijden in te perken. • De chauffeurs moeten elke drie weken naar huis kunnen en hun lange wekelijkse rust buiten de cabine kunnen opnemen, op een plaats waar de faciliteiten (niet alleen om te slapen maar ook het sanitair) ‘bevredigend’ zijn. En dit alles moet door de werkgever worden betaald. • Om het komen en gaan van de chauffeurs te kunnen controleren, wordt in 2019 een nieuwe tachograaf ingevoerd die aan een gps is gelinkt (dit was al eerder beslist, nvdr). • Minder administratieve formaliteiten voor de transportbedrijven. • De bestaande nationale vignetten worden vervangen door één enkel, en volledig interoperabel systeem voor rekeningrijden, waarbij de chauffeurs één enkele leverancier kiezen voor gans Europa. • Overgang naar het principe ‘de vervuiler betaalt’ tegen 2023 en dit voor alle vrachtwagens. • 75% korting op tolheffingen voor ‘emissievrije’ trucks. De Belgische Commissaris Marianne Thyssen van haar kant, heeft maatregelen voorgesteld voor de detachering en voor het loon dat aan de werknemers moet worden betaald. • Het principe ‘hetzelfde loon voor hetzelfde werk’ wordt op alle chauffeurs toegepast. • Chauffeurs moeten het minimumloon ontvangen van een land waarmee ze een ‘sterke’ band hebben. • Bij cabotage wordt die band in alle gevallen als ‘sterk’ beschouwd. • Bij internationaal transport is die band alleen ‘sterk’ (en moet het minimumloon van dat land worden betaald) als de chauffeur minstens drie dagen in het land in kwestie doorbrengt. • Wat transit betreft, verandert er niets. • Administratieve vereenvoudiging voor de detachering en dit dankzij nieuwe digitale instrumenten. Transporteurs hoeven geen wettelijke vertegenwoordiger in de andere lidstaten meer te hebben en er hoeven geen kopieën van contracten in de cabine te worden bewaard. Vooraleer die voorstellen in een wijziging van de betrokken Europese reglementen kunnen worden omgezet, moeten ze uiteraard wel eerst nog een lange parlementaire weg afleggen.