Het viel te verwachten: het pakket maatregelen dat gisteren werd aangekondigd door Europees Commissarissen Violeta Bulc en Marianne Thyssen roept verdeelde reacties bij de transportwereld op. Logisch ook, aangezien het sowieso over een compromis gaat, een compromis waarbij de laatste bepalingen bovendien pas in de laatste rechte lijn zijn vastgelegd. De meest negatieve reactie komt uit de hoek van de vakbonden. Voor de BTB-ABVV ‘ontslaan de voorstellen de bedrijven van alle verantwoordelijkheid en bieden ze geen enkel antwoord op de kritieke omstandigheden waarin de sector zich bevindt’. De vakbond reageert bijzonder hard tegen de manier waarop de richtlijn over de detachering van de werknemers zou worden toegepast. Die zou volgens hen leiden tot een totale liberalisering van de markt voor nationaal transport. De vakbond betreurt ook het gebrek aan duidelijkheid over de controles die bij de cabotage zullen gebeuren en het uitblijven van concrete maatregelen om het transport via lichte bedrijfsvoertuigen meer te gaan controleren. We hoorden bovendien zelfs geen positief woord over de jacht op de ‘rondtrekkende chauffeurs’… Bij de werkgeversfederaties vindt de IRU dat de voorstellen niet de beoogde duidelijkheid en vereenvoudiging brengen. Vooral wat de cabotage betreft, zou de interpretatie van de richtlijnen tussen de diverse lidstaten nogal wat kunnen verschillen. De IRU is echter wel tevreden met de strengere vestigingsregels, die de brievenbusfirma’s moeten beletten de markt verder te verstoren. Nog steeds op Europees niveau, is de reactie van de UETR wat positiever, vooral omdat voertuigen van minder dan 3,5 ton nu ook in de reglementering voor het wegtransport worden opgenomen. Ook de strijd tegen brievenbusfirma’s wordt goed onthaald. De UETR eist echter wel meer duidelijkheid over de manier waarop bepaalde voorstellen in de praktijk zullen worden toegepast. Aan Belgische zijde zien we dat de reactie van TLV overeenstemt met die van de UETR (Lode Verkinderen is secretaris-generaal van beide verenigingen). TLV ziet ook een aantal positieve punten in de jacht op de brievenbusfirma’s, zoals het voorstel om – in functie van de omvang van het moederbedrijf – een minimaal tewerkstellingsvolume in het vestigingsland op te leggen. De UPTR is dan weer erg kritisch: “Belgische transporteurs worden ‘dubbel gestraft’. Gezien de geringe grootte en de geografische ligging van het land (met de Haven van Antwerpen en Rotterdam bekleedt België in Europa een centrale logistieke positie), zal de afschaffing van de limiet van drie cabotage-opdrachten voor bijkomende concurrentie op de nationale markt zorgen. En als dezelfde verplichtingen die nu in de detacheringsrichtlijn zijn voorzien, in de nieuwe richtlijn pas na drie dagen moeten worden nageleefd, dan is dat een achteruitgang ten opzichte van de huidige situatie”, vindt Michael Reul. De komende uren en dagen worden nog meer reacties verwacht, maar we zullen ons toch in de teksten moeten verdiepen om alle subtiliteiten van de maatregelen te achterhalen, want voorlopig hebben de betrokken Commissarissen enkel nog maar de grote lijnen bekendgemaakt.