Met de overname van Cometto Industrie in Italië, zorgde Faymonville voor een verrassing van formaat. Het komt niet zo vaak voor dat een Belgische groep wereldwijde ambities toont… Het leek ons een ideaal moment om rond tafel te zitten met CEO Alain Faymonville. Het goed bewaarde geheim kwam aan het licht tijdens de beurs Conexpo in de Verenigde Staten: Faymonville neemt Cometto over en begeeft zich op het pad van het ultra-zwaar transport.
Van zwaar tot ultra-zwaar
Hoe is dit project tot stand gekomen? Alain Faymonville: Dit project zat er 10 jaar geleden ook al aan te komen, maar op dat moment was Cometto niet klaar om de sprong te wagen. Tijdens de Bauma van 2016 hebben we opnieuw gepraat en eind vorig jaar is alles in een stroomversnelling geraakt. Bijkomend element was dat Cometto marktaandeel aan het verliezen was. Hoe verhoudt Cometto zich ten opzichte van Faymonville? Alain Faymonville: Faymonville draait ongeveer 200 miljoen euro omzet per jaar. In 2016 haalde Cometto een zakencijfer van 30 miljoen. We willen dit cijfer verdrievoudigen om Cometto terug te brengen op zijn vroegere niveau. De gamma’s zelf zijn complementair. Cometto produceert zelfrijdende modules voor extreem zware ladingen en off-road opdrachten. Ons PowerMAX-gamma is op zijn beurt een typisch product voor het wegtransport. Zijn de netwerken van beide partners ook op elkaar afgestemd? Alain Faymonville: Cometto is een gevestigde waarde in regio’s waar wij minder sterk zijn. Ik denk hierbij aan Afrika, Zuidoost-Azië en sommige landen in Zuid-Amerika. Een bijkomend element is dat we voortaan all-in oplossingen kunnen aanbieden. We zullen bijvoorbeeld kunnen inspelen op projecten waar transportmodules van 15.000 ton op alle types terrein nodig zijn. We kunnen echter ook verlaagde opleggers leveren. Wat is de belangrijkste prioriteit om Cometto opnieuw op de rails te krijgen? Alain Faymonville: Bij Cometto willen we hetzelfde principe toepassen als bij de andere merken van de groep: de onderdelen zoveel mogelijk standaardiseren en ze volgens een modulair systeem assembleren. Deze manier van werken biedt oneindig veel mogelijkheden. Het resultaat is een product van prima kwaliteit aan een faire prijs in combinatie met een kwaliteitsvolle service en een grote beschikbaarheid van wisselstukken. Dit kan je alleen maar bereiken door het aantal onderdelen te beperken. De productie van onze zelfrijdende modules verhuist naar Italië, terwijl de assen voor de Italiaanse fabriek in Bullange zullen geassembleerd worden. De productie van metalen structuren gaat naar onze Poolse vestiging. Italië wordt met andere woorden het competentiecentrum voor de zelfrijdende modules, de koperslagerij van grote ondeelbare stukken en de assemblage van alle zelfrijdende modules. De Belgische site zal dus ook profiteren van deze overname… Alain Faymonville: Zeker weten! We zijn ook volop bezig met de delokalisatie van de soldeeractiviteiten (handenarbeid) in Polen. Deze activiteiten zullen overgenomen worden door robots in België. Er is geen ontkomen aan: in de buurt van onze fabriek in Polen ligt de werkloosheidsgraad op amper 5%. In onze regio, het oosten van België, is dit bij mannen minder dan 2%! De zoektocht naar geschikt personeel wordt dus een echte uitdaging? Alain Faymonville: Inderdaad, en net daarom hebben we de Faymonville Academy opgericht waar we via alternerend leren zoveel mogelijk jongeren willen begeleiden. In absolute cijfers zal dit echter niet volstaan. We worden met andere woorden verplicht om onze toevlucht te nemen tot robotisering en digitalisering. Waarom zijn jullie precies overgeschakeld naar standaardwerk voor de productie, terwijl jullie eigenlijk vooral maatwerk aanbieden? Alain Faymonville: Wat de fabrikanten van huifwagens doen, kunnen wij ook voor het materiaal voor uitzonderlijk vervoer. De manier waarop een oplegger tot stand komt, is totaal veranderd. Vandaag is er sprake van uitgebreid overleg met de klant. Wij luisteren in eerste instantie naar wat hij precies wil vervoeren en gaan dan op zoek naar de beste oplossing in functie van nuttig laadvermogen en wettelijke beperkingen. Ons leitmotiv is: project in beeld brengen, elementen combineren en een oplegger op maat produceren. Dit geldt zowel voor grote als voor kleine projecten. Bovendien kunnen de klanten rekenen op een 24/7 service, ook voor de wisselstukken. Onze opleggers worden eveneens voorzien van het COC-gelijkvormigheidsattest: onze klanten moeten maximaal zes maanden op de homologatie wachten! Vanuit industrieel oogpunt biedt dit ons de mogelijkheid om te assembleren met minimalistische voorraden. Dit maakt ons uniek ten aanzien van andere constructeurs, die deze voordelen niet hebben. Is dit de voorwaarde om een industriële activiteit te blijven aanhouden in België. Alain Faymonville: Ongetwijfeld! De andere plannen van Faymonville
- De productie van de MAX Trailer verdubbelen (momenteel 700 eenheden per jaar), door een nieuw ‘export’ gamma te produceren, bestemd voor de markten in het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika.
- De lancering van MAX Defence in 2018. Hierbij zal er voornamelijk voor militaire doeleinden gewerkt worden.
- De oprichting van een distributiefiliaal in de Verenigde Staten.
- Met Cometto inzetten op een nieuw modulair concept voor het intern transport van uiterst grote onderdelen in fabrieken of kerncentrales bijvoorbeeld.
“De modulaire structuur van ons productiesysteem is de beste garantie voor onze industriële aanwezigheid in België.”