Melk komt uit de supermarkt antwoorden de meeste kinderen op de vraag van waar de melk komt. Maar voor we de melk kunnen consumeren heeft deze al een lange weg afgelegd, waarbij de rijdende melkontvangst een centrale rol speelt. Dieter Vanoverberghe is nog maar een kleine acht jaar actief in het transport, maar heeft ondertussen al een vloot van bijna 20 voertuigen op de weg. Hij heeft zich gericht op specifieke marktniches, die oorspronkelijk gerelateerd waren met de landbouwsector. “Het ligt niet direct binnen mijn ambitie om nog verder door te groeien, omdat dit een te grote impact zou hebben op de totale organisatie. Tevens staan we zelf nog altijd in voor het klein onderhoud, vervangen van banden… En bij een defect onderweg hebben we onze eigen servicewagen die altijd vertrekkensklaar staat. Met meer wagens zou dit niet meer haalbaar zijn. Verder groeien wordt ook voor een deel afgeremd door de krapte op de arbeidsmarkt.” De bedrijfspolitiek van D.V.M. bestaat erin om zoveel mogelijk activiteiten aan te bieden, maar telkens met een beperkt aantal voertuigen. Sinds enkele jaren ook in de rijdende melkontvangst. RMO “De rijdende melkontvangst is een transportsegment dat hoge eisen stelt. Enerzijds wordt er hier vol continu gewerkt, 365 dagen per jaar, 24/24 uur en anderzijds moet een RMO-chauffeur van heel wat markten thuis zijn en bij wijze van spreken drie jobs kunnen combineren. Namelijk die van chauffeur, controleur en laborant. Een job die dus niet voor iedereen is weggelegd”, zegt Dieter. D.V.M. Trans heeft momenteel twee combinaties lopen in het RMO-transport. Ze worden bemand door meerdere chauffeurs, omwille van de continuïteit van de activiteit. Want melk mag maar gedurende maximaal 72 uur gestockeerd worden bij de boer vooraleer deze wordt opgehaald. “Vanuit de melkerij krijgen wij alle gegevens van de klanten en stellen op basis hiervan onze ritten samen. Afhankelijk van de hoeveelheid melk die we moeten laden bij de landbouwer en de afstand tussen de verschillende boerderijen maken wij dagelijks tussen de drie en zes ritten goed voor 26.000 liter aan verse melk per rit.” Alle RMO-chauffeurs werken volgens vaste procedures en richtlijnen met bijzondere aandacht voor hygiëne. “Bij aankomst moeten ze steevast eerst de temperatuur visueel checken in de inox koeltanks op het landbouwbedrijf die zich rond de 4°C moet bevinden, maar ook checken of er geen speciale geur waar te nemen is. Vervolgens wordt er gestart met het oppompen van de melk en wordt er een automatisch monster genomen van de opgezogen melk. De krachtige pomp op de tankwagen, die gemakkelijk een debiet haalt van 1150 liter per minuut, kan de melktank bij de boer in een mum van tijd leegzuigen.” Het volledige proces kan op de voet gevolgd worden door de chauffeur op de display, maar ook de melkerij kan perfect volgen wat er gebeurt via de gps en boordcomputer. Na het opzuigen worden alle gegevens automatisch opgeslagen in een chip waarbij ze de temperatuur, het laad uur, het ritnummer, de chauffeur, de hoeveelheid opgezogen melk en het nummer van de landbouwer terugvinden. Het melkmonster wordt dan in een krat geplaatst en gaat dan in de koelbox. Deze bemonstering is belangrijk omwille van de traceerbaarheid, maar ook om de kwaliteit van de melk te kunnen meten. Want naast de aangeleverde hoeveelheid speelt de kwaliteit van de melk een belangrijk rol voor de uitbetaling van het aantal liters. Eenmaal de tankwagen vol is, gemiddeld na een 10-tal klanten, dient er teruggereden te worden naar de melkerij om te lossen. “Daar worden er terug monsters genomen en pas nadat we groen licht hebben gekregen, kunnen we beginnen met het overpompen in de grote opslagtanks van waaruit het eigenlijke verwerkingsproces van de verse rauwe melk kan starten. Na elke schift van maximum 24 uur worden de nodige interne en externe reinigingen gedaan en worden de computers uitgelezen. Daarna kan een nieuwe ronde worden aangevat, een cyclus die nooit stopt!” Stuurmanskunst Het rijden in de RMO betekent ook dat er veel op landbouwwegen gereden moet worden die niet altijd in de beste staat verkeren. Een aanslag op het materiaal? “Een chauffeur moet inderdaad over heel goede stuurmanskunsten beschikken. De voertuigen zijn met de jaren geëvolueerd naar trekker-oplegger combinaties. Gelukkig beschikken ze over twee sturende assen op de oplegger waardoor ze voldoende wendbaar blijven op de vaak erg smalle wegen waarlangs vele boerderijen gelegen zijn. Zonder dan nog maar te spreken over de winterperiode waar de wegen er soms spiegelglad bij liggen en er geen zoutstrooiers voorbij komen! Ook op de landbouwbedrijven zelf moet de chauffeur heel alert blijven want er komt toch vaak heel wat manoeuvreerwerk bij kijken om de wagen zo dicht mogelijk te kunnen positioneren bij de melktank. RMO vervoer is zeker niet voor iedereen weggelegd en het vinden van de juiste mensen is dan ook niet zo eenvoudig. Maar het is zeker een job met heel wat afwisseling” concludeert Dieter Vanoverberghe.