De meeste transportondernemers hebben wel belangstelling voor lichtere voertuigen in het segment huifopleggers. Het is immers voordelig meer betalende lading te kunnen meenemen en minder dood gewicht mee te slepen. De trailerfabrikanten concentreren zich dan ook op het lichter maken van hun voertuigen, zonder evenwel aan sterkte in te boeten. Lichtere constructies hoeven niet noodzakelijkerwijs ten koste gaan van de levensduur en de sterkte van het voertuig. Dat bewijzen de grote Europese trailerbouwers. De grootste vooruitgang op dit gebied is te danken aan nieuwe staalsoorten en doordachte constructies. We kunnen daarbij nog onderscheid maken tussen de lichte uitvoeringen van klassieke huiftrailers en de producten van de echte lichtgewicht specialisten. Een standaard huiftrailer weegt tussen de 6000 en 7000 kg. Met hun lichtgewicht versies slagen de trailerbouwers er in daar goed 1000 kg van af te doen. De superlichte huiftrailers gaan wel 2000 tot 2500 kg onder dat gewicht. Met een lichtere trailer kan meer lading per rit meegenomen worden, wat resulteert in minder ritten. Het lage eigengewicht van de trailer is gunstig voor het brandstofverbruik bij lege ritten en omdat er ook minder ritten in totaal nodig zijn is het een ecologisch interessante oplossing. Maar de lichte trailers hebben ook enkele beperkingen. Men kan er niet alle transporttaken mee uitvoeren, zo zijn ze bijvoorbeeld niet geschikt voor ferrytransport. Het zwakste punt blijkt over het algemeen de opbouw (rongen, dakconstructie). Over het chassis zijn er minder klachten.
Berger Ecotrail: de lichtste
Trailerbouwer Berger heeft met de Ecotrail oplegger het verlagen van het eigengewicht tot een kunst gemaakt. In zijn lichtste versie weegt deze huifoplegger slechts 4700 kg. Berger biedt de Ecotrail ook aan als megatrailer (4900 kg) en voor coiltransport (5300 kg). Het transportbedrijf Magetra in Eupen zet Berger opleggers in voor het transport van onder meer wijn en staalrollen. Bruno Baumgarten, vlootbeheerder bij Magetra, over die keuze: “Deze opleggers leveren ons een winst aan laadvermogen op van 2000 tot 2500 kg. Wie dat voordeel omzet in betalende lading kan de meerprijs al in korte tijd terug verdienen. Bovendien weegt het voertuig leeg ook al 2000 kg minder en dat scheelt aan brandstof bij het leeg rijden. Tot hiertoe hebben we nog geen nadelige gevolgen opgemerkt. De bovenbouw is inderdaad wat licht en kan gemakkelijker beschadigd worden, maar de chassis moeten bij ons evengoed tien jaar meegaan. Onze eerste Berger trailers dateren van 2012 en we zien geen enkel probleem omtrent de levensduur van het chassis.” Dat Berger in staat is de opleggers zo licht te bouwen is te danken aan een samenwerking met Tata Steel. Van dit bedrijf betrekt Berger het Ympress® S700MC staal. Tata Steel ontwikkelde het samen met Berger en levert het exclusief voor een periode van tien jaar. De eigenschappen van Ympress S700MC maken het mogelijk de componenten van de Berger Ecotrail te ontwikkelen met een heel wat kleinere dikte, zonder toegevingen op het gebied van stabiliteit of veiligheid.
Lichtgewichten bij de constructeurs
Onder meer Fliegl, Kässbohrer, Krone, Kögel, Schmitz Cargobull, Schwarzmüller en Van Hool bieden lichtgewicht versies aan van hun standaard huiftrailers. Enkele voorbeelden:
- De Kässbohrer Maxima K.SCL X+ series is met zijn 5600 kg eigengewicht 1000 kg lichter dan de standaard Maxima megatrailer.
- Voor de Kögel Light wordt gebruik gemaakt wordt van hoogvast fijnkorrelig staal en aluminium. De Kögel Light heeft hierdoor een gewicht van 800 kg minder dan de standaard oplossing.
- Om circa 1200 kg gewicht te sparen beschikken de Schmitz SCS X-light schuifzeilopleggers over aluminium hoekrongen, achterdeuren, luchtketels en zijborden. Tevens hebben de opleggers aluminium velgen en een laadklep met een volledig aluminium platform.
- Schwarzmüller gebruikt voor een gewichtsverlaging van circa 1000 kg aluminium opbouwcomponenten en een lichtgewicht chassis met geperforeerde langsliggers uit Naxtra staal.
Andere denkpistes
Gewicht besparen kan ook op een andere manier. De Duitse trailerbouwer Fliegl lanceerde hiertoe De Twin 2-assige trailers met schuifgordijnen en twee assen van 10 ton. “Waarom moet het een 3-asser zijn wanneer 90% van alle transportritten uitgevoerd worden met een maximum lading van 25 ton?”, vraagt managing directeur Helmut Fliegl zich af. “Alleen onze Twin 200 biedt dat laadvermogen, als standaard trailer en als megatrailer. Naast een lagere tol voor een 2-assig voertuig betalen de Twin trailers zichzelf terug door een laag eigengewicht, een beter rijgedrag (langere wielbasis) en lage exploitatiekosten.” Van zijn kant investeerde Move Intermodal in Genk in de aankoop van 160 ultralichte wissellaadbakken. Met de superlichte wissellaadbakken van constructeur Wecon wordt bijna 1000 kg gewicht bespaard per eenheid. Dat kon door een grondige analyse van het ontwerp en het weglaten van overbodige onderdelen. Het gewicht werd hierdoor 15% lager zonder de sterkte aan te tasten. Wissellaadbakken zijn in het intermodaal vervoer bovendien gemakkelijker in te zetten, omdat er geen speciale spoorwagons voor nodig zijn in vergelijking met gewone of huckepack opleggers. Move Intermodal rekent op een kostenbesparing van 4 à 6% en zelfs tot 20% in het intermodaal vervoer.
ArcelorMittal Trailtech
Omdat de producenten van voertuigen nadrukkelijk streven naar gewichtsvermindering ontwikkelde ArcelorMittal Trailtech de oplossing voor een lichtgewicht opleggerchassis. De opdracht:
- Een chassis ontwikkelen dat 30% lichter was dan bestaande
- De productiekosten van het chassis met minstens 20% verminderen.
- Het chassis moet in staat zijn verdeelde belastingen tot 21 ton en geconcentreerde belastingen tot 24 ton aan te kunnen, terwijl de oplegger gekoppeld was aan een trekker.
Voor Trailtech maakt ArcelorMittal gebruik van twee laaggelegeerde stalen met hoge sterkte en koolstofmangaanstaal in de wielbasis. De nieuwe laaggelegeerde staalsoorten combineren een hoge sterkte met een goede vervormbaarheid en een gegarandeerde taaiheid bij lage temperaturen. Doordat beide staalsoorten een hoge elasticiteitsgrens hebben, kan de dikte aanzienlijk worden verminderd. Dunnere en lichtere staalsoorten zijn gemakkelijker te verwerken en drukken de verwerkingskosten. ArcelorMittal is erin geslaagd om een opleggerchassis te ontwikkelen dat slechts 1500 kg weegt. Dat is 39% minder dan voorheen. Doordat er minder staal nodig is voor het chassis, liggen de materiaalkosten 29% lager.