Viapass heeft vandaag de belangrijkste cijfers bekendgemaakt na twee jaar kilometerheffing in België. De inkomsten gingen er met 3,17% op vooruit, een lager groeiritme dan het aantal afgelegde tolkilometers. Dit verschil wordt verklaard door hogere investeringen in groenere vrachtwagens. Het aantal afgelegde tolkilometers nam met 3,41% toe. Dit percentage werd beïnvloed door de eerste indexatie van de tarieven, de uitbreiding van het tolwegennetwerk (33 km extra tolwegen in Wallonië op 1 juli 2017, 157 km extra tolwegen in Vlaanderen vanaf 1 januari 2018) en (in geringe mate) door het toepassingsgebied van de kilometerheffing uit te breiden met BE-trekkers. 54% van de inkomsten is afkomstig van voertuigen die in het buitenland zijn ingeschreven. Dit cijfer is relatief vergelijkbaar met de cijfers van het eerste jaar. Van de totale inkomsten van de kilometerheffing ging er in 2017 424,5 miljoen euro naar Vlaanderen, 241,6 miljoen euro naar Sofico (Wallonië) en 10,1 miljoen euro naar Brussel. Johan Schoups, administrateur-generaal van Viapass, beklemtoonde dat het Belgische systeem het meest geavanceerde ter wereld is. Het omvat alle wegen van het land, het vormt geen belemmeringen voor het verkeer en het staat tenslotte open voor diverse OBU-aanbieders (momenteel vijf, zeven in 2019). Schoups kondigde overigens ook aan dat er een project loopt om aan de hand van de OBU (NVDR: de OBU van Total) te betalen voor de bewaakte parkings (NVDR: meer bepaald de parkings van Total) in Kalken en Wanlin.