Na lange weken van moeizame onderhandelingen hebben de lidstaten van de Europese Unie een akkoord bereikt over een doelstelling voor het terugschroeven van de gemiddelde CO2-uitstoot voor personenwagens en lichte bedrijfswagens. Die laatste moeten hun uitstoot tegen 2030 met 30% verlagen. En dat is veel te weinig, vindt Transport & Environment. De overeenkomst werd goedgekeurd door de lidstaten (via hun respectieve Ministers van Transport) en is minder ambitieus dan de tekst die vorige week al door het Europees Parlement werd gestemd. Dit is een mooi voorbeeld van het intense gelobby van, volgens Transport & Environment, Duitsland en de landen van de Visegràdgroep (Centraal-Europa), die de Duitse automobielindustrie een groot deel van hun onderdelen aanleveren. Toen hij hierover werd geïnterviewd, erkende de Bulgaarse Minister van Transport, Ivaïlo Moskovski, cynisch zich tegen een ambitieuzere doelstelling te hebben verzet, omdat dit tegen de belangen in de automobielsector van zijn land zou zijn geweest. De constructeurs van hun kant, laten via het overkoepelende orgaan ACEA weten dat het doel wel ambitieus is en voor hen zelfs problematisch kan worden. De tekst die dinsdag door de Europese Raad is goedgekeurd, zal dus de basis vormen voor de eindonderhandelingen met het Parlement. Als hij ten slotte wordt aanvaard, zullen de lichte bedrijfsvoertuigen hun gemiddelde CO2-uitstoot in 2025 met 15% en in 2030 met 30% moeten hebben verlaagd ten opzichte van de gemiddelde uitstoot in 2021. We verduidelijken nog dat het niet gaat over een verplichting voor elk model, maar wel voor elke constructeur. En dat de gemiddelde CO2-uitstoot met het hele gamma rekening houdt, inclusief modellen met alternatief aandrijfsysteem.