Het is bijna drie jaar geleden dat België in navolging van andere Europese landen een pilootproject opstartte rond het gebruik van de elektronische CMR. Tot nu toe waren de resultaten niet al te denderend, maar de voorbije weken lijkt het erop dat het tij misschien aan het keren is.

In mei publiceerde het VBO de resultaten van een studie van het UHasselt en de DAV (Dienst Administratieve Vereenvoudiging): de studie bestudeerde de tijd die nodig is om een papieren en een elektronisch CMR-document op te stellen, te behandelen en te archiveren. Daaruit wordt geconcludeerd dat bij een algemeen gebruik van het digitale transportdocument meer dan 371 miljoen euro aan administratieve lasten zou kunnen worden bespaard. Van die 371 miljoen heeft de Belgische transportsector voorlopig slechts… 55.534 euro te gelde gemaakt. Er zijn in België in 2018 immers amper 4234 eCMR’s uitgegeven (op een totaal van ruim 28 miljoen papieren CMR’s).

Achter die terughoudendheid gaan talloze redenen schuil, maar uit de eerste maanden van 2019 blijkt misschien dat er verandering in de zaken komt. Volgens de informatie die we van het VBO hebben doorgekregen, draaide het gemiddelde tijdens het eerste kwartaal rond 900 eCMR’s per maand. In het tweede kwartaal is dat tempo nog opgedreven en komt het totaal in juni 2019 (voorlopig) op 1950 eCMR’s. Natuurlijk, die cijfers zijn nog steeds erg bescheiden, zeker in verhouding met het totale aantal transportoperaties. Maar we moeten toch ergens beginnen…