Een twintigtal jaar geleden maakte Wan Gang, vicepresident van de nationale Chinese raad voor de uitwerking van het beleid, van voertuigen op elektrische batterijen de norm in China. Nu wil Wan Gang alle voertuigen voor goederentransport met brandstofcellen op basis van waterstof uitrusten.
Voertuigen op elektrische batterijen hebben als voordeel dat ze benzine noch diesel gebruiken, die beide CO2 uitstoten. Toch kunnen we ons afvragen of dat in China wel zo goed is, aangezien 65% van de elektriciteit van het land in steenkoolcentrales wordt geproduceerd. Het nieuwe beleid van Wan Gang zou die koers dus kunnen veranderen.
Naast de voertuigen voor het openbaar vervoer en de langeafstandsbussen, wil Wan Gang voornamelijk vrachtwagens met brandstofcellen gaan uitrusten. Zo zullen de komende vijf jaar niet minder dan 100.000 voertuigen op waterstof worden geproduceerd en tegen 2030 moeten dat er 1 miljoen zijn. Maar als we dat vergelijken met de rest van de Chinese markt van het wegtransport, blijft dat toch een mager resultaat: vorig jaar alleen al zijn er 28 miljoen voertuigen verkocht.
Daarnaast vereist het gebruik van voertuigen op waterstof dat er structuren worden opgericht voor de productie, opslag, transport en speciale bevoorrading. Dat kost zowel tijd als geld. Toch biedt het bedrijf STNE (Shanghai Sinotran New Energy Automobile Operation) nu al een logistiek platform voor waterstof aan waar 500 Dongfeng-trucks waterstof komen tanken. Dat cijfer wil het bedrijf tegen volgend jaar drastisch de hoogte injagen, met 7500 trucks en 25 waterstofstations. Het wordt afwachten om te zien wat daarvan komt.
Bron: L’Officiel des Transporteurs