De OTRE, een Franse federatie van voornamelijk kleine en zeer kleine transportbedrijven, roept de Franse regering op om cabotage gedurende zes maanden volledig te verbieden. Volgens de OTRE mag Frankrijk een beroep te doen op een vrijwaringsclausule met de Europese Unie.
Deze vrijwaringsclausule is opgenomen in de Europese Verordening nr. 93-3118 inzake de toegang tot de wegvervoersmarkt. In geval van “ernstige verstoring van de interne markt” kan een lidstaat “beperkende en vrijwaringsmaatregelen met betrekking tot cabotage” nemen. Op basis van een enquête onder haar leden schat de OTRE dat dit momenteel het geval is in Frankrijk: 25 procent van de Franse vervoerders staat volledig stil, en 55 procent staat gedeeltelijk stil, zelfs in de essentiële sectoren zoals het vervoer van levensmiddelen, landbouwproducten of medische producten. 52% van de voertuigen zou stilstaan. Als we daar de verstoring van de bevoorradingsketens, de vele lege retouren en de druk die verladers op de transportprijzen uitoefenen bij optellen, is er volgens de OTRE inderdaad sprake van een ‘ernstige verstoring’.
Vanuit een strikt economisch oogpunt stelt de OTRE vast dat de hervatting van de activiteiten traag zal verlopen en verzekert dat de Franse transporteurs het alleen aankunnen. “Hoe kunnen we ons voorstellen dat we onze werknemers met arbeidstijdverkorting, onze voertuigen op de parking laten staan, terwijl buitenlandse exploitanten onze nationale markt in verslechterde gezondheidstoestand zouden kunnen veroveren?” De OTRE maakt zich dus ook zorgen over de manier waarop buitenlandse vervoerders de door de Franse autoriteiten vastgestelde goede praktijken toepassen.
Aangezien de OTRE noch lid is van de IRU, noch van de UETR (hoewel haar acroniem staat voor Organisation des Transporteurs Routiers Européens), vraagt men zich af hoe dit voorstel door de Europese wegvervoerfederaties zal worden ontvangen?
