Uit een project van VIL blijkt dat een roro-lijndienst voor trailers over korte afstand via de binnenvaart technisch perfect haalbaar is, maar op dit moment nog niet kan concurreren met de prijzen van door-to-door wegvervoer.

Met het project ‘Trailer on Barge Shuttle’ wou VIL een alternatief bieden in congestiegevoelige regio’s door lege en/of geladen trailers via binnenschip te shuttelen over relatief korte afstanden binnen Vlaanderen door middel van een roll on – roll off concept. Aan dit project namen een twaalftal bedrijven deel.

Uit de berekeningen van dit project blijkt dat het nog aan de nodige infrastructuur en aangepaste schepen ontbreekt om hiermee aan de slag te gaan en dat de kostprijs voorlopig te hoog is ten opzichte van wegvervoer. Om die kostprijs naar beneden te halen moeten er grotere volumes vervoerd kunnen worden. “Dit kan door het Trailer on Barge-concept in te schakelen in transportcorridors waar goederenstromen van verschillende partijen worden gebundeld”, aldus VIL projectleider Julie Stuer.

De vaartuigen zouden ook een grotere laadcapaciteit moeten hebben en niet enkel worden gebruikt voor uitzonderlijke transporten. “Op dit moment worden er studies uitgevoerd voor de bouw van nieuwe roro-binnenvaartschepen die wel over voldoende capaciteit beschikken en inzetbaar zijn op de Vlaamse waterwegen. Dit concept vraagt een andere kijk op binnenvaart en de bereidheid om wegvervoer en binnenvaart beter op elkaar af te stemmen en samen te werken”, zegt Stuer.

Als aan deze technische voorwaarden wordt voldaan, zullen de kosten van deze multimodale oplossing nog steeds concurrerend moeten worden met het wegvervoer. Echter maken de extreem lage lonen van vrachtwagenchauffeurs in Europa dat wegvervoer nog steeds goedkoper is en zal blijven, meent Peter Maes, een van de deelnemers aan het TOBS-project (Victrol): “Om de binnenvaart een echte kans te geven zich te bewijzen als volwaardig alternatief moet bij bedrijven het vertrouwen nog groeien dat deze modus ook just-in-time kan aanleveren.”