De eerste regels die voortvloeien uit het mobiliteitspakket worden morgen van kracht. We beginnen dus met de regels voor de rij- en rusttijden. Aangezien het hier gaat om een verordening en niet om een richtlijn, treedt deze in werking twintig dagen na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad. Dit betekent bijvoorbeeld dat het nergens in Europa meer is toegestaan om de volledige wekelijkse rusttijd (45 uur) in de cabine van een vrachtwagen door te brengen.

Tot dan toe was er een grijs gebied in de Europese teksten dat slechts enkele staten (waaronder België) eindelijk hadden opgehelderd door de lange wekelijkse rusttijd in de cabine te verbieden, maar de nieuwe teksten laten er geen twijfel meer over bestaan: niet alleen kan de chauffeur niet langer zijn 45 uur rust in de cabine van zijn vrachtwagen doorbrengen, maar de werkgever moet er ook voor zorgen dat hij over fatsoenlijke huisvestingscondities beschikt, met inbegrip van adequate slaap- en sanitaire voorzieningen, die echter wel aan de parkeerplaats waar het voertuig geparkeerd staat kunnen grenzen. De werkgever draagt de kosten. Er is dus geen sprake meer van dat de chauffeur in een tent op de parkeerplaats slaapt.

Het concept van een lange wekelijkse rusttijd is enigszins veranderd: terwijl de berekeningsbasis nog steeds 90 rijuren per twee weken is, is het nu nodig om ten minste twee normale wekelijkse rusttijden (45 uur) of één normale wekelijkse rusttijd en één verkorte periode (ten minste 24 uur) in twee opeenvolgende weken te nemen. Met andere woorden, een chauffeur moet ten minste één nacht per twee weken in een hotel of een andere vorm van permanente accommodatie kunnen doorbrengen. Als een bestuurder twee verkorte wekelijkse rusttijden neemt
Hij zal het tekort in de volgende wekelijkse rusttijd moeten aanvullen, die zal worden voorafgegaan door een compenserende rusttijd voor de twee verkorte wekelijkse rustperioden.

Aan de andere kant moet de chauffeur om de vier weken terugkeren naar de vestiging van zijn werkgever of naar zijn huis. Het voertuig moet daar om de acht weken terugkomen. Tot slot zullen de bedrijven aan de inspectie-instellingen moeten bewijzen dat zij aan deze nieuwe verplichting hebben voldaan.