Vandaag had de door de SPW georganiseerde Intermodaliteitsdag in Wallonië moeten plaatsvinden. Geen publieke bijeenkomst vanwege Covid, wel een paar verklaringen waarin nieuwe inspanningen worden aangekondigd om de modal shift te versnellen.
Minister van Mobiliteit Philippe Henry (Ecolo) herhaalde dat Wallonië tegen 2030 7% van de goederenstromen van de weg naar een andere vervoersmodi moet overhevelen als het zijn CO2-doelstellingen wil bereiken. Aangezien Wallonië niet verantwoordelijk is voor het spoorvervoer, is het gewest dus aangewezen op een modal shift naar de binnenlandse waterwegen. Grote projecten zijn reeds voltooid (upgraden van de Boven-Schelde bij Doornik en verbreding van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes) of zijn in uitvoering (nieuwe 225 meter lange sluis op de Maas bij Ampsin-Neuville), maar andere moeten nog worden opgestart.
Zo zal het Canal Condé-Pommeroeul, een belangrijke schakel in de toekomstige Seine-Schelde verbinding, in 2022 opnieuw worden opengesteld voor het verkeer en zullen er tegen 2028 vier nieuwe sluizen worden gebouwd op het traject van de Waalse ‘dorsale’ tussen Pommeroeul en Namen. Zo zal het bij de opening van de Seine-Schelde verbinding (in 2028?) mogelijk zijn om Parijs en Luik te verbinden met schepen van 2500 ton. Bovendien worden de bruggen over het Albertkanaal verhoogd om Luik met vier lagen containers te verbinden met Antwerpen, in het verlengde van wat Vlaanderen al enkele jaren doet.
