[INTERVIEW] Kuehne+Nagel, een discrete speler met een grote voetafdruk

Vanaf 1 januari brengt Kuehne+Nagel de logistieke activiteiten in België, Nederland en Luxemburg onder in één Beneluxstructuur geleid door de Belg Gerry Bosmans, vandaag nog national manager Contract Logistics BeLux. De tak contractlogistiek van de Zwitserse groep kent in alle drie de landen een forse groei, die aan het versnellen is. Hij legt ons uit hoe dit komt en welke de plannen zijn.

In totaal beschikt Kuehne+Nagel over 28 logistieke sites in België, Luxemburg en Nederland. Na Duitsland en Frankrijk wordt de Benelux dus een van de grote logistieke clusters van de groep in de EMEA-zone.

Kuehne+Nagel is vooral gekend als een Air & Sea expeditiegroep. Toch behoort de tak Contract Logistics tot de grootste logistieke spelers in onze contreien. Hoe komt het dat jullie dat niet meer in verf zetten?
GB: Kuehne+Nagel is geen marketingmachine. We maken weinig reclame rond onze activiteiten. Uw vaststelling is dus correct: wij staan relatief weinig in de picture ondanks het feit dat wij inmiddels een belangrijke speler in België zijn. Met contractlogistiek zijn we in de Belux-zone zo’n 20 jaar geleden op vrij kleine basis gestart. De activiteit is gestaag gegroeid, maar drie of vier jaar geleden is die groei versneld. In die mate zelfs dat we de afgelopen 16 maanden maar liefst vier nieuwe sites hebben geopend: Strépy voor de retail en een grote bierproducent; Heppignies voor de dry-food en non-food van de Cora-supermarkten; Luxemburg en Tessenderlo voor zowel e-fulfilment als omnichain retail oplossingen. Die laatste site kent een vliegende start: de eerste hal zat snel na de opening in oktober al vol.

Waaraan is die groei te danken?
GB: Een belangrijke factor is dat wij minder inzetten op ‘bulklogistiek’ waarmee het moeilijk is zich te onderscheiden. Wij mikken meer op complexe stromen en toegevoegde waarde. En we streven partnerships op lange termijn met de klanten na met end-to-end oplossingen: het beheer van de inbound- en outboundstromen, de logistiek in het distributiecentrum, het waarborgen van een complete visibiliteit, het beheren van de retours, enzovoort. Doordat we deze complexiteit aankunnen, groeit het vertrouwen en dus ook de activiteit.

In hoeverre gebeurt dat in synergie met de Air en de Sea divisies?
GB: Veel meer dan vroeger. Tot voor enkele jaren waren de RFQ’s (Request for Quote, red.) en de tenders strak afgelijnd en hadden ze betrekking tot een bepaald stuk van de supply chain. Nu is er meer focus op end-to-end oplossingen. Een kledingmerk koopt in bij een fabriek in Vietnam, vraagt ons om het transport naar Europa te organiseren, de opslag én de verzending naar de retail of zelfs rechtsreeks naar de e-commerce klant. Vandaag reiken we een totale oplossing aan en connecteren we de verschillende schakels van de keten, de IT-systemen en de processen. Dat heeft een impact op de relatie tussen de klant en de logistieker. Vroeger lag de klemtoon op ‘procurement’, nu meer op de optimalisatie van de hele keten

Even terug naar de België. Hoe groot is jullie aanwezigheid hier vandaag?
GB: Oorspronkelijk had Kuehne+Nagel een magazijn in Turnhout, maar dat is nu dicht. We kunnen zeggen dat ons distributiecentrum in Geel de bakermat is. Dat is in 2006 opgestart met 45.000 m² en is uitgegroeid tot een platform van 80.000 m². Daarnaast hebben we nog een magazijn van 50.000 m² in Eindhout voor FMCG-goederen. Voor Carrefour beschikken we over maar liefst 140.000 m² in Kontich en Nijvel. Voor de ‘drink logistics’ van onder meer Alken Maes hebben we distributiecentra in Mechelen en Wellen en een cross-dock in Oostende. En dan zijn er nog de nieuwe vestigingen die ik eerder aanhaalde.

Zijn er nog meer nieuwe ontwikkelingen in de pijplijn?
GB: Ja, maar de meeste van die projecten zijn door de coronacrisis even ‘on hold’ gezet. Wij hebben met onze huidige ‘footprint’ in België genoeg reserve om in te spelen op nieuwe vragen. In Tessenderlo hebben we een eerste hal van 30.000 m² neergezet, maar we kunnen er tot 75.000 m² groeien. Als er nieuwe business komt, kan die er gemakkelijk en snel ontwikkeld worden.
We kunnen ook schuiven met de capaciteit. In Geel groeide de activiteit zo sterk dat wij een deel ervan naar Tessenderlo hebben overgeheveld. Hierdoor ontstond ruimte om onze farmalogistiek naar 30.000 m² uit te breiden. De andere activiteiten in Geel zijn consumer en e-commerce georiënteerd.

Hoe staat u tegenover automatisering van het magazijn?
GB: Ik geloof er sterk in, zeker voor e-commerce en omnichain oplossingen. We zien ook een beweging naar meer automatisering in de logistiek van meer conventionele goederen. Naast ons distributiecentrum in Geel is dit ook goed te zien in Contern, vlakbij Luxemburg, waar we onlangs een geautomatiseerde oplossing voor een belangrijke retailklant in gebruik hebben genomen. Het is trouwens niet alleen een distributiecentrum voor e-commerce en omnichain, maar ook voor consumptiegoederen, industriële producten en wisselstukken.
De toenemende graad van automatisatie en mechanisatie in onze distributiecentra wordt gedreven door de evolutie in deze markt. Technologie in de logistiek is voortdurend in beweging, oplossingen worden flexibeler waardoor zowel de instapdrempel als de investeringsdrempel verlagen. Wat ook meespeelt is dat de klanten hun relatie met de logistieker meer op langere termijn zien. Dat heeft een positieve impact op investeringsbeslissingen.

Iets anders nu. Kuehne+Nagel Contract Logistics besliste in oktober om de structuren in de BeLux- en Nederland in één organisatie te bundelen. Wat was de reden hiervoor?
GB: Het zijn er verschillende. Traditioneel is Kuehne+Nagel per land georganiseerd. Maar de afgelopen jaren merkten we dat veel klanten de Benelux als het ware als één regio beschouwen. Als bedrijf besef je dan dat je misschien kansen laat liggen. Daarbij komt nog dat de twee organisaties – BeLux en Nederland – elk hun specifieke focus en sterktes hebben. Met kruisbestuiving is het mogelijk om onze activiteiten in alle drie de landen te versterken. Een derde reden is dat er in Nederland een wissel van de wacht zich aankondigde. Het momentum was aanwezig om de stap te zetten.

Legt Kuehne+Nagel andere klemtonen in de contractlogistiek in België, Luxemburg en Nederland?
GB: Bij Kuehne+Nagel heeft BeLux sterk ingezet op gebied van EDC’s en retail. Wij doen daarnaast in België relatief weinig nationale logistiek. K+N Nederland, daarentegen, is meer gericht op de bediening van de Nederlandse en de Benelux-markt. Die organisatie is ook sterk gericht op de FMCG-markt en meer specifiek op food, household en personal care, sectoren waar wij in België minder sterk staan.
Veel verschuivingen verwachten we niet. Meer samenwerking daarentegen wel. Deze samenwerking gaan we nu verder versterken, wat moet leiden tot een significante groei van Kuehne + Nagel in Benelux. Deze samenwerking was er trouwens al voor klanten die specifiek op zoek waren naar Benelux oplossingen. De drie landen bedien je beter vanuit Nederland, omdat het geografische zwaartepunt van de regio in Nederland ligt. Belux zal zich blijven concentreren op de EDC’s, Pharma & Healthcare, en op e-commerce.

Meer e-commerce logistiek in België? Dat klinkt eigenaardig.
GB: Het is een feit dat e-fulfilment zich de afgelopen jaren sterk ontwikkelde in Nederland. Maar in de hotspots begint het zéér moeilijk te worden om personeel te vinden. De arbeidsmarkt in België is zeker gunstig en de flexibiliteit is bij het personeel aanwezig. Anders waren we in België de afgelopen jaren niet zo sterk gegroeid in contractlogistiek voor de e-commerce en de omnichain.
Dat België in het algemeen slecht scoort op gebied van e-fulfilment is vooral een probleem van perceptie, waartegen te weinig wordt gedaan. We merken dat potentiële klanten vaak een fout beeld hebben wat betreft flexibiliteit en het sociale klimaat in België. Meestal slagen we er in dat beeld te corrigeren aan de hand van de projecten die we de afgelopen jaren hebben kunnen realiseren, maar ongetwijfeld loopt België als land kansen mis. Uiteraard liggen er andere accenten in de aanpak, maar in het algemeen merken we weinig verschil in de drie landen qua flexibiliteit van het personeel.

Over personeel gesproken. Hoe gaan jullie om met het personeelstekort?
GB: Ons beleid terzake steunt op twee pijlers. Een eerste is meer personeelsbinding. Hoe plaats ik mijn bedrijf in de arbeidsmarkt? Hoe maak ik het aantrekkelijk? Dat doen we door niet alleen de nadruk te leggen op de financiële aspecten, maar ook op de ‘soft’ voordelen. Acht of negen jaar geleden gingen de meeste inspanningen naar klantenbinding. Nu gaat er evenveel aandacht naar personeelsbinding.
Een tweede pijler is deels automatiseren om meer flexibiliteit in te bouwen. Zo zijn we minder afhankelijk van tijdelijke arbeidskrachten om pieken op te vangen. Tijdens periodes zoals Black Friday of de eindejaarsfeesten gaat de activiteit voor e-commerceklanten vaak maal vier of maal vijf. Om extra personeel te vinden moeten we in dezelfde vijver vissen als andere grote spelers. Dankzij een gedeeltelijke automatisering kunnen we de pieken gemakkelijker afvlakken.

lees ook

Aankomende Events

ONTVANGT U ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF NOG NIET? MELD JE DAN NU AAN!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
transport media logo