De hoge activiteitsgraad van de containerterminals in de haven van Antwerpen in het algemeen, en van DP World’s Terminal 1700 in het bijzonder, maakt het probleem van de wachttijden voor wegvervoerders nog nijpender. Aangezien het er niet naar uitziet dat de situatie in de komende drie tot zes maanden fundamenteel zal verbeteren, adviseren de drie transportfederaties hun leden om de extra kosten die deze wachttijden met zich meebrengen, door te berekenen door gebruik te maken van de algemene voorwaarden die specifiek gelden voor containervervoer.

Deze algemene voorwaarden zijn vier jaar geleden opgesteld door de drie beroepsfederaties (Febetra, TLV, UPTR), maar worden slechts beperkt toegepast. Naarmate de wachttijden bij Terminal 1700 oplopen, menen de federaties dat de enige manier om aan deze situatie het hoofd te bieden is de extra kosten aan de klanten door te berekenen. “We zijn nog steeds in gesprek met DP World, dat de terminal exploiteert, en is het bijvoorbeeld mogelijk om het aantal “spookslots” dat momenteel bestaat, te beperken, maar de huidige piek in de activiteit zal naar verwachting niet voor de zomer afnemen, dus de wachttijden zullen tegen die tijd naar verwachting niet structureel en aanzienlijk zijn verminderd,” legde Lode Verkinderen (TLV) uit.

De federaties wijzen erop dat de ITLB de kosten van een uur stilstand van een Belgische vrachtwagen heeft berekend (tussen 77,04 en 86,46 euro/uur). De kost voor één enkele vrachtwagen die tot 4 of 5 uur geblokkeerd blijft, kan een transportonderneming volgens hen onmogelijk opvangen en de beste manier om de extra kosten door te berekenen is een strikte toepassing van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op het containervervoer. Dit document bestaat al vier jaar, maar het wordt door de vervoerders niet voldoende gebruikt, met name paragraaf 9, waarin het aan elke vervoerder wordt overgelaten te bepalen wanneer een wachttijd als abnormaal wordt beschouwd en hoeveel hij aan de verlader doorberekent.