Transport en Logistiek Vlaanderen is van mening dat de praktijken van sommige verladers een risico van industriële spionage kunnen inhouden bij transportbedrijven die groepage verrichten. Deze vrees is gebaseerd op de steeds preciezere eisen van deze verladers met betrekking tot de status van hun lading.
“Track & trace-technologie is gemakkelijk in te zetten bij vervoer van volle ladingen, maar bij groepagevervoer brengt het aanzienlijke risico’s met zich mee”, aldus TLV. Lode Verkinderen, secretaris-generaal van de beroepsvereniging, voegt hieraan toe: “Het gaat er niet meer om dat je je goederen kunt lokaliseren of de geschatte aankomsttijd kent, maar dat je gegevens krijgt over alle GPS-coördinaten langs de route, waardoor de verlader het aantal afgelegde kilometers kan berekenen, maar ook de tussenstops kan lokaliseren. Dit is de zaak van de transporteur, niet van de verlader. Als een verlader, of een telematicaplatform dat voor hem werkt, te weten komt voor wie een vervoerder werkt, behalve voor zichzelf, dan kunnen we spreken van industriële spionage aangezien hij zelfs zou kunnen raden waar een van zijn concurrenten zijn eigen goederen laat vervoeren.”
Deze nieuwe vorm van druk die op de vervoerders wordt uitgeoefend, is voor TLV dan ook onaanvaardbaar. “Wij willen onze leden waarschuwen om niet toe te geven aan deze vorm van druk, maar ook om een duidelijk signaal te geven aan de verladers te goeder trouw die nog niet in deze excessen zijn getrapt”, legt Verkinderen uit. In afwachting daarvan zou de enige oplossing erin bestaan een reeks vertrouwelijkheidsclausules te ondertekenen tussen de vervoerder en zijngroupage klanten, waarbij de eerste zich ertoe verbindt geen gegevens over de laatste aan derden mee te delen.