Op 16 juni 2019 zijn bij een nieuw koninklijk besluit de regels gewijzigd inzake de inning en de storting van een bedrag bij de vaststelling van bepaalde inbreuken op de verkeerswetgeving. Met name de bedragen van de geldboeten werden (aanzienlijk) verhoogd. De Raad van State heeft dit Koninklijk Besluit op 6 mei 2021 vernietigd, wat volgens de gespecialiseerde media Polinfo.be betekent dat het Koninklijk Besluit van 19 juli 2000 opnieuw van toepassing is.

De Raad van State motiveert zijn beslissing met het feit dat het koninklijk besluit van 16 juni 2019 “in strijd is met de regels inzake bevoegdheidsverdeling, in het bijzonder wat betreft de vestigingsvoorwaarden en het verkeersveiligheidsbeleid”. Het KB wijzigde met name de tarieven voor onmiddellijke inning voor bepaalde overtredingen van 2750 euro / 5500 euro tot 5000 euro / 10.000 euro, onder meer voor overtredingen in verband met de CMR, de rij- en rusttijden of de tachograaf.
De Raad van State wijst erop dat sommige amendementen betrekking hebben op de bevoegdheden van de gewesten, onder meer met betrekking tot de tachograaf.
Tot slot zij opgemerkt dat de mogelijkheid om de boete via internet te betalen, die bij het koninklijk besluit van 16 juni 2019 was ingevoerd, de facto uit het wetgevingsarsenaal is verdwenen.