Carlos Tavares heeft op de Stellantis EV Day meer details gegeven over de EV-strategie van de groep. Het consortium investeert tegen het midden van het decennium 30 miljard euro in elektrificatie en software en denkt daarmee dat 70% van zijn verkopen in tegen 2030 LEV’s (Low Emission Vehicles) zullen zijn. Het rekent er ook op dat de operationele marge uit dubbele cijfers zal bestaan.
Stellantis ontwikkelt vier nieuwe 100% elektrische voertuigplatformen (STLA Small, Medium, Large en Frame, dat laatste voor bedrijfsvoertuigen) met een rijbereik van 500 km voor het meest compacte tot 800 km voor het platform dat gebruikt zal worden voor de grootste voertuigen van de groep, en laadtijden tot 32 km per minuut. Dat moet de efficiëntie binnen het bedrijf verhogen. Om die platformen van batterijen te voorzien, bouwt Stellantis vijf batterijproductiesites, die in het totaal 130 GWh aan batterijcapaciteit moeten leveren tegen 2025, en 260GWh tegen 2030. Een uitgekiende sourcing-strategie moet zorgen voor genoeg materialen om die batterijen te produceren. Het aanbod zal tegen 2024 ook kobalt-vrije batterijen tellen, en vanaf 2026 solid-state batterijen die sneller opladen en meer capaciteit bieden. Daarnaast wil Stellantis ook de levenscyclus van batterijen verlengen door herstellingsmogelijkheden, hergebruik voor andere toepassingen en recyclage.
LCV
Op het vlak van bedrijfsvoertuigen wil Stellantis wereldwijd marktleider worden wat eLCV’s betreft. Gedurende de komende drie jaar wil Stellantis al zijn LCV’s in alle regio’s elektrificeren, en ook waterstofvoertuigen aanbieden tegen eind dit jaar. Het elektrische STLA Frame-platform zal specifiek gebruikt worden voor grotere body-on-frame LCV’s. Opel moet tegen 2026 trouwens volledig elektrisch zijn, en trekt ook naar China.
Naast investeringen in productontwikkeling zal Stellantis ook een aanbod oplossingen en diensten ontwikkelen rond EV’s, zoals Free2Move eSolutions laadoplossingen in Europa en de VS, in samenwerking met Engie. Daarnaast voorziet Stellantis ook in een op zichzelf staande divisie voor softwareontwikkeling. Die moet ervoor zorgen dat de voertuigen van de groep sneller ontwikkeld kunnen worden, en ook dat ze sneller over-the-air updates kunnen ontvangen om zo langer mee te gaan.
