De vrees leek voor de drie beroepsfederaties van het wegvervoer ernstig genoeg te zijn om zich vandaag opgelucht te verklaren over een regeringsbesluit dat niettemin een breuk heeft veroorzaakt in een van de pijlers van de rentabiliteit van de vervoersbedrijven, namelijk de professionele diesel.

Ter herinnering: de federale regering heeft in het kader van het recente begrotingsakkoord besloten het belastingvoordeel dat wegvervoerders genieten voor beroepsdiesel, geleidelijk af te schaffen. In eerste instantie zal de sector 50 miljoen euro verliezen. Dit cijfer moet worden afgezet tegen het bedrag van de terugbetalingen door de staat: in 2018 werd 286 miljoen euro terugbetaald aan Belgische vervoerders en 165 miljoen euro aan buitenlandse vervoerders. De eerste breuk in het systeem betekent dus een “gat” van meer dan 11% voor de sector.

Desondanks zeggen Febetra, TLV en UPTR “opgelucht te zijn dat de regering niet heeft besloten de beroepsdiesel onmiddellijk af te schaffen”, hoewel zij in principe betreuren wat zij als een klimaatmaatregel beschouwen. De drie federaties nemen dan ook nota van de eventuele verdwijning ervan, maar waarschuwen dat deze problematisch zal zijn voor de sector en zijn ondernemingen… en dat deze onvermijdelijk zal worden doorberekend in de vervoersprijzen en dus aan de eindverbruiker.

De federaties wijzen er ook op dat het federale besluit de Belgische staat inkomsten dreigt te ontnemen, aangezien het voor buitenlandse vervoerders minder aantrekkelijk zal zijn om in ons land te tanken.