Op 4 januari is Duitsland het 31e land geworden dat het eCMR-protocol heeft geratificeerd. Binnen de Europese Unie zijn er nog enkele landen die elektronische vrachtbrieven niet officieel erkennen, waaronder België. En het is onwaarschijnlijk dat ons land op het gebied van digitalisering binnenkort vooraan in de rij zal staan.

Als grootste doorvoerland in Europa was Duitsland de laatste grote stopper op de weg naar een wijdverbreid gebruik van eCMR in Noord-Europa. De ratificatie door Duitsland van het eCMR-protocol, waarmee de weg wordt vrijgemaakt voor het gebruik van elektronische vrachtbrieven vanaf 5 april 2022, is dan ook een belangrijke stap. Er zij aan herinnerd dat het eCMR een van de hoekstenen is van de digitalisering van de administratieve procedures in het wegvervoer en dat het zowel bijdraagt tot de vermindering van de administratieve lasten voor de ondernemingen als tot de vermindering van de papierberg die in de ondernemingen wordt gebruikt.

België is momenteel betrokken bij een proefproject met de twee andere Benelux-landen. Het eCMR is dus toegestaan, maar alleen voor vervoer dat in eigen land of in een van de twee andere Benelux-landen wordt verricht. Het is voor een Belgische vervoerder derhalve niet mogelijk het eCMR te gebruiken voor internationaal vervoer buiten de Benelux. Op onze vraag of België in de nabije toekomst het eCMR-protocol zal ondertekenen (en na drie weken op een antwoord te hebben aangedrongen), antwoordde de federale minister van Mobiliteit, Georges Gilkinet: “Het leven voor iedereen gemakkelijker maken, met name door de digitalisering van bepaalde formaliteiten, is een kwestie van gezond verstand. Daarom heeft de Benelux op dit gebied een proefproject opgezet. Mijn administratie zorgt ervoor dat dit baanbrekende project op Europees niveau goed wordt uitgevoerd en functioneert. Ik van mijn kant hoop dat er eerst alle nodige veiligheidsgaranties zullen zijn alvorens een eventuele ondertekening van dit protocol te overwegen. Intussen kan België dankzij het gebruik van het bestaande platform zeer efficiënt controleren en de taak van de bestuurders op administratief niveau vergemakkelijken.” Opgemerkt zij dat het Benelux-proefproject niet heeft verhinderd dat Nederland in 2009 als eerste land het protocol heeft geratificeerd en dat Luxemburg op 26 december 2017 het voorbeeld van Nederland heeft gevolgd.

Met andere woorden is een snelle ratificatie onwaarschijnlijk. Dit wordt bevestigd door Philippe Degraef, directeur van Febetra: “We zijn nog in gesprek, maar we kunnen zeggen dat het geen topprioriteit is voor het kabinet. Anderzijds is het volgens de FOD Mobiliteit mogelijk dat het eCMR een gedeelde bevoegdheid is van de gewesten en de federale staat, in zoverre de vrachtbrief gekoppeld is aan de toegang tot het beroep, een bevoegdheid die in het kader van de zesde staatshervorming aan de gewesten werd overgedragen, maar die nog niet door alle gewesten wordt uitgeoefend.” Met andere woorden, de drie gewesten zouden het eerst eens moeten worden over het onderwerp (of er belangstelling voor moeten tonen) voordat de federale regering in actie kan komen. En laten we niet vergeten dat het proefproject in de Benelux pas in 2024 afloopt…