H.Essers laat FTL- en dedicated klanten kiezen of ze hun CO2-voetafdruk via een nieuw ‘HVO insetting’-concept verminderen. Dit betekent dat de CO2-emissies intern worden gecompenseerd door de inzet van HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) in de vloot van H. Essers.
Bij ‘offsetting’ betaalt een klant een meerprijs om de uitstoot te laten compenseren via het aanplanten van bomen of het investeren in windmolens. “Bij ‘insetting’ worden de emissies zelf verminderd, via een methode van interne compensatie”, zegt Yannick Dylst, Project Manager Sustainability bij H.Essers. “In de praktijk kan de klant beslissen of hij 25%, 50%, 75% of 100% van het dieselverbruik van zijn transporten wil decarboniseren. HVO wordt gemaakt uit afvalstoffen en vetten uit de voedingsindustrie en is vandaag de meest duurzame brandstof voor dieselvoertuigen op de markt, met tot 90% minder uitstoot van CO2, 30% minder fijnstof en 9% minder stikstofoxides (NOx) in vergelijking met gewone diesel. HVO wordt in een eigen tankstation in Tessenderlo getankt, maar niet noodzakelijk voor de transporten van onze insetting-klant zelf. Op transparante wijze wordt voor elke transportopdracht berekend hoeveel diesel verbruikt werd. Dat volume wordt dan intern gecompenseerd via transporten waarbij HVO wél gebruikt wordt. Met dit systeem is het ook mogelijk om rekening te houden met de terugritten die gereden worden voor klanten die niet deelnemen aan het insetting-programma.”
H.Essers rapporteert per kwartaal aan de klant de hoeveelheid gebruikte HVO en zowel de ‘well to wheel’- als de ‘tank to wheel’-vermindering van de CO2e-emissies. “Om een volledige transparantie te waarborgen hebben wij Deloitte aangesteld om jaarlijks een ‘assurance audit’ uit te voeren. Zowel de opzet en processen bij H.Essers als de naleving van de contractuele afspraken met de klant worden aan deze externe controle onderworpen”, aldus Yannick Dylst nog.
