Ondernemingen die menen dat zij schade hebben geleden door het truckkartel, hebben nog maar weinig tijd om een schadeclaim in te dienen. Alle dossiers die niet tijdig worden ingediend vóór eind 2022, zullen niet in aanmerking worden genomen.
Ter herinnering: de Europese Commissie heeft de meeste vrachtwagenfabrikanten een boete van in totaal 3,8 miljard euro opgelegd (Scania vecht de boete van haar kant nog aan) voor een kartel op het gebied van vrachtwagenprijzen tussen januari 1997 en januari 2011, toen het kartel door MAN aan de kaak werd gesteld. Als zodanig is MAN vrijgesteld van de boete.
Elke onderneming (met inbegrip van leasingmaatschappijen) die tijdens de kartelperiode minstens vijf vrachtwagens heeft gekocht, kan bij de gerechtelijke autoriteiten een schadeclaim indienen, aangezien het kartel tot gevolg had dat de concurrentie werd beperkt en de prijzen kunstmatig werden opgedreven. Zoals Dr. Werner Meier, een in München gevestigde advocaat die gespecialiseerd is in de terugvordering van dergelijke schadevergoedingen, uitlegt, is het echter hoog tijd om aangifte te doen: “Gezien het werk en de tijd die nodig zijn om de opening van de procedure voor te bereiden en de toeloop die wij tegen het einde van het jaar verwachten, kunnen wij alleen maar garanderen dat vorderingen waarvoor de volledige documentatie (facturen en huurcontracten die de aankoop bewijzen) en de ondertekende agentuurovereenkomst en volmacht tegen eind november 2022 ontvangen zullen zijn.” Deze termijn geldt voor zaken die bij de Duitse rechter aanhangig zijn gemaakt.
Er zij aan herinnerd dat in België UPTR en TLV hun leden aanraadden zich tot Deminor te wenden, terwijl Febetra ervoor koos in zee te gaan met de Duitse onderneming Hausfeld. Een aantal ondernemingen heeft er echter voor gekozen hun vorderingen aan een derde partij over te dragen, zodat zij een onmiddellijke forfaitaire betaling ontvangen in plaats van te wachten op de afwikkeling van hun rechtszaak en een a priori hogere schadevergoeding.
