De UPTR voert al lange tijd een juridische strijd om grensoverschrijdend vervoer ussen Frankrijk en België mogelijk te maken met combinaties van 44 ton (die in beide landen toegestaan worden). De Franse Raad van State heeft echter onlangs de limiet van 40 ton bekrachtigd, maar de strijd is nog niet gestreden, zegt UPTR-directeur Michael Reul.
De beslissing van de Raad van State volgt op een beroep tot nietigverklaring dat de UPTR en de Belgische federatie van steengroeve-exploitanten Fediex hadden ingesteld tegen een decreet van 29 juli 2021 betreffende de gewichten en afmetingen van landvoertuigen. Bij dit decreet werd de Franse wegcode gewijzigd om grensoverschrijdend vervoer van 44 ton en 5 assen uitdrukkelijk te verbieden. “De Franse Raad van State heeft daarmee de protectionistische visie van de Franse autoriteiten op de Europese verordening definitief bekrachtigd”, aldus Michael Reul. Een zorgvuldige lezing van het advies van de Raad van State laat echter de deur open voor toekomstige ontwikkelingen, zoals de UPTR verklaart: “Hoewel de Franse Raad van State in haar arrest van 29 september heeft geoordeeld dat een dergelijk verbod voor vervoer van meer dan 40 ton inderdaad niet rechtstreeks in strijd is met deze richtlijn, oordeelde stelde het arrest dat deze richtlijn enkel voorziet in een verplichting om minstens vervoer tot 40 ton toe te laten, maar geen verbod inhoudt om vervoer van meer dan 40 ton toe te laten.”
In ieder geval zal de beroemde Richtlijn 96/53 binnenkort worden herzien in het kader van de Green Deal en het “Fit for 55”-plan. Het is in het kader van deze herziening dat vrachtwagens met nulemissie een extra afwijking op de maximumlengte kunnen krijgen om hun actieradius te vergroten. De UPTR heeft echter al de bevestiging gekregen dat de opheffing van protectionistische belemmeringen die schadelijk zijn voor het milieu, ook een van de eerste aanbevelingen van de Europese Commissie zal zijn. “De terugmatch is voorzien voor 2023, eventueel met verlengingen in 2024,” besluit Michael Reul.
