Een antidumpingmaatregel: dat is wat de Europese Commissie op vrijdag 19 juli besloot toen ze extra invoerrechten instelde op twee alternatieve brandstoffen die in China worden geproduceerd (HVO en FAME). De federatie van Europese biobrandstofproducenten blijft echter enigszins sceptisch.
Net als zijn elektrische auto’s probeert China de Europese markt te overspoelen met biobrandstoffen, waaronder FAME (fatty acid methyl ester) en HVO. FAME wordt niet veel gebruikt in het wegtransport omdat het het brandstofverbruik met ongeveer 8% verhoogt en de onderhoudsintervallen verkort (volgens berekeningen van Scania), en ook omdat het de CO2-uitstoot met slechts 70% vermindert, vergeleken met 90% voor HVO. HVO is erg populair geworden sinds transportbedrijven (via ESG-regelgeving) CO2-rapportageverplichtingen hebben om te kunnen deelnemen aan tenders. Het is echter niet in onbeperkte hoeveelheden beschikbaar, vooral omdat de grondstoffen die worden gebruikt om het te maken ook kunnen worden gebruikt om biomethaan (BioLNG) te maken, en HVO wordt ook het hof gemaakt door de luchtvaartsector.
De verleiding om HVO te importeren is dus groot. De Europese Commissie is echter van mening dat de Chinese handelspraktijken een vorm van sociale dumping zijn en zal daarom vanaf september douanerechten opleggen variërend van 12,8% tot 36,4%. De European Biodiesel Board (EBB), die bij de Commissie heeft gelobbyd om actie te ondernemen in deze richting, verwelkomt de maatregel maar wijst op twee risicofactoren voor haar leden: ten eerste is het een voorlopige maatregel en ten tweede heeft het geen betrekking op de ‘duurzame’ brandstof die in de luchtvaart wordt gebruikt (SAF).
