Het duurde geen week na het aantreden van een nieuwe federale regering om een van de belangrijkste bepalingen van de Postwet buiten werking te stellen. En het was de RSZ zelf die de stekker eruit trok, tot grote vreugde van de UPTR.
Onder de Postwet van Petra De Sutter moesten pakjesbedrijven hun last-mile pakketbezorgingsactiviteiten registreren op het online platform BELparcel. Dit platform werkt sinds 1 mei 2024 in ’tijdelijke modus’, maar nog niet in ‘definitieve modus’. De RSZ stelt dan ook dat “aangezien bepaalde belangrijke beslissingen in de lopende zaken niet konden worden genomen door de regering, de definitieve tijdregistratiemodus voorlopig niet zal worden geïmplementeerd. Om dezelfde reden wordt de verplichting om de keten van onderaannemers aan te geven bij de RSZ uitgesteld tot minstens november 2025”.
Voor Michael Reul (secretaris-generaal van de UPTR) is dit niets minder dan ‘game over’ voor de Postwet als geheel. “Het is de wens van de nieuwe federale regering om de administratieve rompslomp tot het strikt noodzakelijke te beperken die nu al tot uiting komt, en in elk geval kregen we te horen dat de RSZ-diensten niet echt zouden weten wat ze moesten doen met de gegevens over elk pakje dat in België werd afgeleverd.”
Maar dat betekent niet dat we het kind met het badwater moeten weggooien. De sociale partners (d.w.z. werkgeversfederaties en vakbonden) hebben een ‘vigilantieplan’ opgesteld om de activiteiten van pakketbezorgers op sectoraal niveau te reguleren. Het plan bevat aanbevelingen over de aanstelling van een coördinator binnen elk pakketbezorgingsbedrijf (Amazon bijvoorbeeld), over de beschrijving van ketens van dochterondernemingen en onderaannemers en over de controles die intern en (eventueel) bij onderaannemers moeten worden uitgevoerd.