Hoewel de federale regering niet veel macht meer heeft over het wegvervoer, behoudt ze toch een aantal hefbomen die de Belgische transportbedrijven op één of andere manier zullen beïnvloeden. Hier zijn de belangrijkste aangekondigde maatregelen…
Het derde punt dat in de 209 pagina’s tellende regeringsverklaring aan bod komt, betreft de interfederale samenwerking. Dit is een thema dat zeer nauw aanleunt bij mobiliteit en dat door de vorige federale minister van Mobiliteit volledig werd verwaarloosd. Het is te hopen dat er opnieuw regelmatig interministeriële vergaderingen zullen plaatsvinden tussen de vier ministers die bevoegd zijn voor mobiliteit… en dat ze het mogelijk zullen maken om obstakels zoals het verkeer van ecocombi’s op de Brusselse Ring uit de weg te ruimen. De bal ligt in het kamp van Jean-Luc Crucke (Les Engagés), de nieuwe minister van Mobiliteit en Energie, die goed op de hoogte is van bepaalde wegvervoerskwesties, aangezien hij hierover vaak parlementaire vragen heeft gesteld tijdens de gewestelijke legislatuur 2014-2019.
De federaties reageren positief
Over het algemeen zijn de aangekondigde maatregelen om de arbeidsmarkt te moderniseren goed ontvangen door de werkgeversfederaties en verguisd door de vakbonden. De toon is duidelijk gezet. “Het verbeteren van het concurrentievermogen van onze bedrijven moet een absolute prioriteit worden tijdens deze legislatuur. Elke maatregel die onze loon- en brandstofkosten vermindert, elk administratief vereenvoudigingsinitiatief zal ons in staat stellen om een beetje competitiever te worden,” schrijft Philippe Degraef namens Febetra.
TLV is verheugd dat een aantal punten uit haar nota terug te vinden zijn in de regeringsverklaring: het behoud van de professionele diesel op een competitief niveau ten opzichte van de buurlanden, de beloofde verlaging van de loonkosten, de uitbreiding van flexijobs naar alle sectoren, de administratieve vereenvoudiging, de modernisering van het arbeidsrecht, de uitbreiding van het vrijwillig overwerk tot 360 uur, waarvan de eerste 240 uur vrijgesteld zijn van sociale bijdragen en belastingen, en tot slot de strengere controles om fiscale en sociale fraude tegen te gaan. De Vlaamse federatie betreurt wel enkele maatregelen, met name de bijkomende verplichtingen voor werkgevers in geval van langdurige ziekte en de afschaffing van bepaalde belastingvrijstellingen. Maar het is duidelijk dat dit marginale maatregelen zijn.
Hoewel de UPTR in de eerste plaats blij is dat de professionele diesel zal worden gehandhaafd “op een niveau dat ons in staat stelt om een concurrentievoordeel ten opzichte van de buurlanden te behouden”, is zij van mening dat het venijn in de details zit: een van de fiscale achterpoortjes die zullen verdwijnen is de vrijstelling voor meerwaarden die worden gerealiseerd bij de verkoop van een vrachtwagen. Haar secretaris-generaal Michael Reul wijst ook op de mogelijkheid van een vermindering van het aantal paritaire comités en herinnert eraan dat de UPTR zich (als enige) heeft verzet tegen de samenstelling van CP 226 (werknemers in de internationale handel, transport en logistiek), een kwestie waarover de Raad van State nog geen beslissing heeft genomen en die volgens Michael Reul waarschijnlijk veel ophef zal veroorzaken.
… de vakbonden blijven voorzichtig
Aan vakbondskant is de toon heel anders. De UBT is blij dat bepaalde punten uit de ‘supernota’ van De Wever verdwenen zijn (zoals de afschaffing van de automatische loonindexering) en meent dat het de aanwezigheid van Vooruit in de federale regering was die dit verhinderde. Anderzijds zijn de uitbreiding van vrijwillige overuren, het verdwijnen van het verbod op nacht- en weekendwerk en de uitbreiding van flexibele jobs volgens de UBT ernstige bedreigingen voor de arbeidsvoorwaarden en kunnen ze leiden tot structurele misbruiken en een verhoogde druk op de vaste tewerkstelling. “We maken ons ook zorgen over de geplande geleidelijke afschaffing van het systeem van vervroegde uittreding en de hervormingen met betrekking tot banen aan het einde van de loopbaan. Deze hervormingen blijven een gevoelige kwestie, vooral in de transport- en logistieke sectoren, waar de fysieke beperkingen aanzienlijk zijn. Bovendien zal de beperking van de werkloosheid op termijn sommige van onze leden tot armoede drijven.”
Steun voor groenere vloten
Lichte en zware bedrijfsvoertuigen worden ook getroffen door bepaalde maatregelen: “Zodra er voldoende betaalbare alternatieven op de markt zijn, zal worden bekeken hoe de premie voor nieuwe fossiele bestelwagens over een redelijke periode kan worden afgebouwd. Om hen te stimuleren zal de regering een tijdelijk verhoogde premie voor elektrische bestelwagens en vrachtwagens invoeren”, staat er in de tekst. De federale overheid zal ook de aanpassing van voertuigen met verbrandingsmotor naar een elektrische motor aanmoedigen door wettelijke beperkingen op te heffen. Tot slot is er een kleine stap voorwaarts op het gebied van autonome voertuigen: “We ontwikkelen een wettelijk kader voor navigatie en autonome voertuigen in overleg met de gewesten, zodat deze technologie alle kansen krijgt.”
Naast de aangekondigde maatregelen zijn er ook maatregelen die de nieuwe regering niet aankondigt. Dit is het geval met de strijd tegen sociale fraude, waar het wegvervoer niet meer zal worden aangepakt dan in vorige wetgevingen, in tegenstelling tot de bouw- en vleessector.