In 1975 presenteerde Volkswagen in Berlijn de ‘grote broer’ van de Transporter T2. De LT kende een succesvolle carrière tot hij in 2006 werd vervangen door de Crafter.
50 jaar geleden had Volkswagen een bedrijfswagen nodig die meer kon vervoeren dan een Transporter, maar toch toegankelijk was voor houders van een rijbewijs B. De LT bestreek daarom het segment van 2,8 tot 3,5 ton, met twee wielbases en twee dakvarianten. Hij was verkrijgbaar als bestelwagen, minibus, dropside, met een dubbele cabine of als chassis cabine. Het belangrijkste kenmerk van de LT was de cabine vooruit. In tegenstelling tot de T2 was de motor boven de vooras geplaatst, wat een nuttig volume van 7,85 m3 opleverde. Het was nog een tijd waarin een luik tussen de bestuurders- en bijrijdersstoel toegang gaf tot de motor!
De LT was ook de eerste Volkswagen bestelwagen met een dieselmotor: eerst een viercilinder 2,7-liter Perkins, vier jaar later de eerste Volkswagen zescilinder diesel, in 1983 gevolgd door een zescilinder 102 pk turbodiesel. In 1985 breidde Volkswagen het gamma uit met de LT 55-versie, met een totaalgewicht van 5,6 ton en optionele uitschakelbare vierwielaandrijving. Dankzij een laatste facelift in 1993 kon de LT van de eerste generatie zijn carrière voortzetten tot 1996, toen er al meer dan 470.000 LT’s waren geproduceerd.
De tweede generatie van de LT nam het roer over in 1996, maar deze keer onder het nieuwe merk Volkswagen Nutzfahrzeuge… en in samenwerking met Mercedes-Benz. De productie stopte in 2006 nadat er bijna 340.000 voertuigen waren geproduceerd en de LT2 werd vervangen door de Crafter, nog steeds ontwikkeld in samenwerking met Mercedes-Benz. Pas in 2016 en met de lancering van de tweede generatie van de Crafter zagen we een grote Volkswagen bedrijfswagen die volledig in eigen beheer was ontwikkeld. Dit zal ook het geval zijn met de derde generatie Crafter, die in 2027 wordt verwacht.