De Amerikaanse groep GXO is wereldwijd een van de belangrijkste spelers op gebied van contractlogistiek. De laatste jaren is ze ook in België fors gegroeid, al bleef ze wat discreet. Tijd dus voor een interview met Willem Veekens, Managing Director GXO Logistics Belgium, Netherlands & Nordics. Een gesprek over de aanwezigheid in België, over de evolutie van de markt en over de implementatie van nieuwe technologieën.
Logistics Management: Hoeveel sites heeft GXO vandaag in België?
Willem Veekens: GXO Logistics telt in België vandaag zeven magazijnen: Zellik is gespecialiseerd in koel- en vrieslogistiek; Antwerpen is een magazijnencomplex in de haven voor industriële goederen; Welkenraedt is een Europees distributiecentrum (EDC) voor een Amerikaanse meubelgroep; Ghlin richt zich op technologische goederen; Tongeren is vooral actief in de distributie van ‘spare parts’; Luik is er in 2023 bijgekomen via de overname van de Amerikaanse e-commercelogistieker PFS Web; en Mechelen, een XXL-magazijn dat vorig jaar voor Kellanova (ex-Kellogg’s) openging. Dat is de belangrijkste Europese site van de voedingsproducent en is echt een state-of-the art gebouw. Het centraliseert voor de Pringles-chips de opslag- en copackingactiviteiten van vijf sites in Europa.
Deze activiteiten zijn zeer divers en behoren tot de belangrijkste B2B en B2C-‘verticals’ van GXO. Een belangrijke hiervan die nog ontbreekt, is de ‘medical’-sector. We overwegen ernstig om ook in België stappen te zetten naar die sector, maar wordt het ‘make or buy’? Dat weten we nog niet. Wij zitten nog niet in de fase van concrete plannen.
LM: Wat is de omzet van GXO in België?
W. Veekens: Dergelijke cijfers worden nooit vrijgegeven. Voor geen enkel land trouwens. Maar ik kan u wel zeggen dat wij 1.000 medewerkers tellen en dat dit aantal groeiende is. Wij willen inderdaad onze voetafdruk in België verder vergroten: dit is nog steeds een groeimarkt. Geografisch een zeer goede plek in Europa, met grote logistieke troeven.
LM: Ondanks de loonkosten in België?
W. Veekens: Tegenover een paar jaar geleden is de loonkloof met de buurlanden aanzienlijk verkleind als je met de verschillende elementen van de loonkost rekening houdt, zoals het uurloon, het overwerk, de flexibiliteit, enzovoort. Vandaag is België in lijn met Nederland, wat vijf jaar geleden niet het geval was. Dat neemt niet weg dat we, om de groei waar te maken, de focus moeten leggen op automatiseren. Niet zozeer omwille van de loonkost, maar om de pieken in de vraag en het personeelstekort op te vangen. Technologie moet daarnaast ook dienen om het repetitieve werk te vermijden.
LM: Gaan de Belgische werknemers mee in die automatiseringsgedachte?
W. Veekens: Ja, maar je moet de demarche goed uitleggen als wij technologie implementeren. Sommige werknemers willen overigens anders werken. De ene vindt het leuk om in een magazijn met een trolley rond te stappen, de andere werkt liever samen met een robot.
LM: Naast het personeelstekort kampt België vaak met een tekort aan terreinen voor logistieke ontwikkeling. Ervaren jullie dat als een probleem?
W. Veekens: Het ‘property’-aspect is inderdaad uitdagend, maar het is eigenlijk overal moeilijk om aantrekkelijke terreinen te vinden. Wij ondervinden dat de schaarste minder acuut is dan in Nederland, omdat de problematiek van de ‘verdozing van het landschap’ hier minder leeft. Met de beschikbare gronden die er zijn, is groei in de markt nog mogelijk.
Toch is er een verschil met vijf jaar geleden. Toen lag de focus nog grotendeels op wat binnen de vier muren te ontwikkelen was: de inrichting van het warehouse, de racking, de automatisering, enzovoort. Nu spelen ook externe parameters mee: hoe ziet het gebouw eruit, wat is zijn impact op het milieu, hoe energiezuinig is het, hoe goed zijn de contacten met de lokale of regionale instanties? De focus komt dus ook meer op positionering te staan. Trouwens: als jouw gebouw beter past in de omgeving, is het ook een aantrekkelijkere werkplek voor de mensen.
Willem Veekens: “Ik ben blij dat Mario Draghi met zijn rapport de vinger op de wonde legt. We moeten sneller veranderen en blijven veranderen. Er is nog te weinig ‘sense of urgency’.”
LM: GXO heeft vandaag zeven sites in België. Is jullie schaal groot genoeg of is externe groei nodig om die aanwezig te vergroten?
W.Veekens: GXO is in de Benelux verdubbeld in omvang tegenover vijf jaar geleden. We hebben de intentie om verder te groeien en daarbij zal de klemtoon duidelijk liggen op organische groei. Wat niet wegneemt dat als zich een mogelijkheid aanbiedt of een nood ontstaat, wij externe groei niet schuwen. Dat hebben we getoond met de overname van PFS Web in Luik.
We willen de aanwezigheid van GXO in België blijven vergroten – schaal helpt – maar dat moet gericht gebeuren. Schaal is geen doel op zich.
LM: Donkere wolken stapelen zich boven de Europese en de Belgische economie. Zal dat een impact hebben op de logistiek?
W. Veekens: Het is duidelijk dat de logistiek nauw verbonden is met de economie. Mocht de economische activiteit plots dalen, dan zullen we aan het variabele gedeelte van de kosten moeten werken.
Overigens hebben we de afgelopen jaren al vrij grote schommelingen in de vraag naar logistieke diensten gekend. Tijdens de Covid-crisis daalde ze, maar ‘post-Covid’ steeg die weer fors. Er was veel vraag naar voorraden en dus naar warehouse-capaciteit. De afgelopen twee jaren was er een tekort aan magazijnen, maar die is nu minder acuut. We zien ook dat het aantal ‘tenders’ is gedaald. Sommige bedrijven hebben nu een overcapaciteit en vragen om die mee aan te vullen.
Dat neemt niet weg dat de vraag naar nieuwe magazijnen blijft. Eigenlijk maken we nu een herbalansering van de vraag mee. Na Covid was die doorgeschoten, vandaag komt die meer in evenwicht.
“Het personeelstekort is iets minder nijpend dan twee jaar geleden, maar het probleem blijft.”
LM: Zou de markt geografisch kunnen verschuiven als de economie verslechtert?
W. Veekens: In potentie is elk land een concurrent voor België als logistieke vestigingsplaats. België heeft wel een aantal voordelen die het competitiever maken, zoals de dikte van de stromen en de snelheid waarmee het andere landen kan bedienen.
Belangrijker dan de concurrentie tussen Noord-Frankrijk, België of Nederland, is de vraag of de concurrentiekracht van Europa ‘as such’ niet aangescherpt moet worden. We moeten meer kijken naar de ontwikkelingen in Amerika of Azië. Europa wordt minder competitief tegenover die regio’s. Daarom ben ik blij dat Mario Draghi met zijn rapport de vinger op de wonde legt. We moeten sneller veranderen en blijven veranderen. Er is nog te weinig ‘sense of urgency’.
De concurrentiekracht van Europa is trouwens maar één uitdaging. Wij staan voor nog meer uitdagingen die een urgente aanpak vereisen.
LM: Zoals?
W. Veekens: Een heel belangrijke is de vergrijzing. Zelfs als de economie afkoelt, zal het personeelstekort stijgen. Met meer arbeidsmigratie uit Spanje of Oost-Europa kan je de schaarste niet opvangen, omdat die landen ook al met die vergrijzing worstelen. Het tekort is iets minder nijpend dan twee jaar geleden, maar het probleem blijft. Het tekort aan arbeiders kun je nog opvangen door meer samen te werken met uitzendbureaus en verder te automatiseren en robotiseren. Maar zelfs dan: onze sector kent veel pieken, zoals de kerstperiode, Black Friday of zelfs het weer dat omslaat. De beschikbaarheid van mensen blijft een probleem. Ook die van ‘white collars’ overigens.
LM: GXO staat bekend voor de vele toepassingen van nieuwe technologieën. Geldt dat ook voor België?
W. Veekens: Ook hier kijken we inderdaad naar mechanisering, automatisering en robotisering, alsook naar AI. Op het gebied van toepassingen is er geen verschil met Nederland of met de Nordics. In de keuze van technologie hebben de sitemanagers een belangrijke stem. Wij zijn continu met hen in overleg om, in functie van de klant en van het type operaties, te beslissen of we een bepaalde technologie toepassen of niet. Maar de ‘ownership’ van het project leggen we bij hen, omdat ze hun klant en zijn noden het beste kennen.
Het voordeel voor hen is dat GXO al veel technologie implementeert en zij dus kunnen kiezen in een catalogus van oplossingen die gaan van ‘light’ systemen tot ‘zware’ automatisering.
Belangrijk in zo’n proces is, zoals ik al eerder zei, dat je de mensen in het magazijn meekrijgt. Maar we zien zeer weinig tegenstand. In tegendeel: veel medewerkers zijn vragende partij. Meer nog dan de noodzakelijke opleidingen die technologie met zich meebrengt, is betrokkenheid belangrijk. Mijn ervaring is dat het in België niet makkelijker of moeilijker is dan elders om nieuwe technologieën in te voeren.
Over Willem Veekens
Willem Veekens (49 jaar) werkt nu al anderhalf jaar als Managing Director van GXO Belgium, Netherlands & Nordics. Voordien was hij bijna 24 jaar aan de slag bij CEVA Logistics in diverse operationele, business development en managementfuncties in binnen- en buitenland (waaronder China). Laatst was hij er Managing Director Benelux. Hij studeerde aan de Eindhoven University of Technology, waar hij een masterdiploma behaalde in Science, Supply Chain en IT.
Over GXO Logistics
GXO Logistics is in 2021 ontstaan uit een opsplitsing van de Amerikaanse transport- en logistiekgroep XPO. GXO legt zich toe op contractuele logistiek en is wereldwijd naar eigen zeggen de grootste speler op dit gebied. Het bedrijf telt zo’n 95.000 medewerkers en baat een kleine 900 warehouses uit met een totale oppervlakte van 19,3 miljoen m², in 27 landen. In Europa werd de groep een logistieke topspeler dankzij vooral de overname in 2015 van de Franse groep Norbert Dentressangle voor ruim 3 miljard euro.
GXO zet fors in op technologie en automatisering, door onder meer aanzienlijke aantallen cobots, robots, goods-to-person-systemen en AGV’s in te zetten, alsook visietechnologie en AI.