In de rubriek ‘Onverwachte Ontmoetingen’ van Truck & Business brengen wij telkens twee personen uit een andere wereld samen. In dit geval is het eigenlijk dezelfde wereld, maar wel beide aan een andere kant ervan: vakbondsman Frank Moreels (BTB-ABVV) en ondernemer Bert Vandecaveye (Tailormade Logistics).
Truck & Business: Wat was uw eerste reactie toen u vernam dat de ‘onverwachte ontmoeting’ met Bert Vandecaveye zou zijn?
Frank Moreels: Ik dacht er eigenlijk niets speciaals over, omdat het voor mij geen speciale ontmoeting is. Ik bedoel: als syndicalist spreek je vaak met werkgevers. Er wordt vaak gedaan alsof wij vijanden zijn van elkaar, maar ik heb daar een andere visie over. Soms kan het botsen, terwijl wij ook vaak gelijklopende belangen hebben. We doen eigenlijk onvoldoende om die gemeenschappelijke belangen samen naar de buitenwereld toe te verdedigen.
T&B: En wat was uw eerste reactie, Bert?
Bert Vandecaveye: Ik had er ook geen uitzonderlijk gevoel bij. Ik ben eigenlijk een ‘sociaal liberaal’. Sociaal overleg hoort bij onze activiteit. Overleg met de bonden ervaar ik niet als tegenstrijdig. Ik denk dat wij er samen beter van kunnen worden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik met alles akkoord ga.
F. Moreels: Er zijn veel meer dingen waar we het over eens kunnen worden dan omgekeerd. We zouden dat meer samen moeten verwoorden. Er zijn zaken waarover we een andere visie hebben, maar dat hoeft ons niet te beletten om die gemeenschappelijke punten samen te verdedigen. Ik denk hierbij zeer concreet aan de relatie met de politieke wereld.
T&B: Waarom?
F. Moreels: Ik heb het gevoel dat men in de politiek echt niet snapt wat er aan de gang is in de transportsector en dat er maatregelen moeten genomen worden om een en ander bij te sturen.
Sociale dumping
Neem de sociale dumping. Er zijn gangsters in de transportsector die dingen doen die absoluut niet kunnen. De meerderheid van de bedrijven – het uwe en vele andere – zijn net als wij verontwaardigd over wat er allemaal gebeurt. We zouden veel sterker staan, mochten we samen naar de politieke wereld stappen om dit verhaal brengen.
B. Vandecaveye: Wat je schrijft in je Open Brief is juist. Ook wij ondervinden regelmatig de gevolgen van sociale dumping. Wij zijn contracten kwijt omdat we 30% duurder zijn dan vervoerders die het spel niet correct spelen. Dat zijn vaak Nederlandse vervoerders met een Oost-Europees kantoor die met interimbedrijven werken met b.v. Indische chauffeurs. Ik heb al zelf met hen gesproken. Die mensen zijn zeer tevreden, want ze verdienen 1200 euro netto per maand, wat vier keer meer is dan wat ze in India verdienen. Ze waren heel vriendelijk en ik kan er niets verkeerds over vertellen.
Maar die praktijken maken wel de markt kapot. Ik begrijp dan ook zeer goed dat een bedrijf zelf naar de vakbond stapt. Sociale dumping is concurrentievervalsing. Spijtig genoeg zijn ze vandaag schering en inslag.
Wij zijn asset-based. We hebben eigen chauffeurs en eigen vrachtwagens, maar veel grote bedrijven werken met subcontractors.
F. Moreels: … en subcontractors van subcontractors van subcontractors.
B. Vandecaveye: Inderdaad. Hoe meer van dergelijke complexe constructies opduiken, hoe moeilijker het wordt om te zien hoe de vork in de steel zit. Dit zet natuurlijk een gigantische druk op de tarieven. Bepaalde spelers bieden prijzen aan die tot 20 à 30% onder het marktgemiddelde liggen. Terwijl bedrijven die volgens de regels werken het met marges van amper 1 à 2% moeten stellen.
F. Moreels: Daarom moeten we samen naar de overheid stappen opdat de Belgische ondernemingen zouden gesteund worden. Ze zouden enorm geholpen worden mocht men het kaf van het koren scheiden. Door zeer gerichte controles te organiseren om de sjoemelaars eruit te zuiveren. Dat zou in ons beider belang zijn.
B. Vandecaveye: Ik begrijp dat. Wij worden quasi wekelijks onderworpen aan controles op de meest uiteenlopende aspecten van onze werking. Maar diezelfde controle-intensiteit is helaas niet overal in Europa even streng.
De invoering van het Mobility Package zorgde aanvankelijk voor grote onrust . Heel wat bedrijven met operationele zetels in landen zoals Roemenië en Bulgarije hebben hun activiteiten verplaatst naar Duitsland of Luxemburg, of opnieuw gecentraliseerd in België. Dit heeft geleid tot een significante afname van de klassieke vormen van sociale dumping.
Toch zijn, ondanks de regelgeving, bepaalde structuren blijven bestaan. De laatste jaren is er een veel meer agressief model ontstaan waarbij via buitenlandse filialen en goedkope uitzendkrachten uit derde landen opnieuw druk wordt uitgeoefend op de sociale normen in onze sector.
Meer controles aub!
T&B: Wat kan ertegen gedaan worden?
F. Moreels: Stuur in logistieke hotspots elk weekend tien inspecteurs op de baan, controleer op de rij- en de rusttijden, controleer op de terugkeerplicht van de chauffeur en je gaat poen scheppen. Dat zal twee effecten hebben. De Belgische staat gaat er goed van worden en dat zal een afschrikkend effect hebben.
Maar dan moet het bedrag van de boetes fors hoger worden. Als men u pakt op een overtreding van de rij- en rusttijden is dat nu zo’n 1500 euro. Maak daar 15.000 euro van! Controleer elk weekend 200 geparkeerde vrachtwagens, wetende dat er minstens 50% in overtreding zullen zijn. Opbrengst: 1,5 miljoen euro per weekend.
Als we dit geld gebruiken om bonafide Belgische bedrijven te steunen, dan bieden we ook ineens zuurstof aan onze transportsector. Wij horen van véél Belgische bedrijven – ook grote, ik zal geen namen noemen – dat het zo niet meer kan.
T&B: Is dat zo?
B. Vandecaveye: Absoluut. Het wordt steeds moeilijker om op een correcte en transparante manier rendabel te blijven werken. De marges zijn flinterdun, waardoor bedrijven voortdurend genoodzaakt zijn om tot aan de grenzen te gaan van wat wettelijk en operationeel haalbaar is. Het is een voortdurende zoektocht naar een evenwicht tussen naleving, efficiëntie en concurrentievermogen.
F. Moreels: Daarom is het onbegrijpelijk dat de overheid niets doet om transportfirma’s te beschermen die hier nog gevestigd zijn, hier hun ‘camions’ hebben, hier aanwerven. Als dat buitenlandse chauffeurs zijn met een contract naar Belgische normen hebben wij er geen probleem mee. Maar interimkantoren die werken met mensen uit de Filippijnen, India, Sri Lanka, Egypte, Kenya en noem maar op, dat kan toch niet…
De overheid doet niets tegen die interimkantoren. Die chauffeurs rijden hier zomaar rond, kunnen vaak amper Engels. Verstaan zij bijvoorbeeld de veiligheidsvoorschriften? Beschikken ze over een ‘Code 95’ of hebben ze die ergens op de zwarte markt gekocht?
Je kunt niet zeggen dat “de vakbonden weer aan het overdrijven zijn” als werkgevers naar mijn bureau komen met de vraag om hen te helpen. Dan weet je toch dat er een probleem is…
T&B: Maar wie moet er ingrijpen?
F. Moreels: De bevoegdheden zijn verspreid over zodanig veel kabinetten en zodanig veel bevoegdheidsniveaus, dat we echt wel een probleem hebben. Daarenboven is een groot stuk geregionaliseerd. Maar ik heb hoop. Wij hebben onlangs Rob Beenders ontmoet die federaal verantwoordelijk is voor de fraudebestrijding. Hij had wel oor naar wat we hem vertelden.
B. Vandecaveye: We zijn ook in andere landen aanwezig. In Frankrijk, bijvoorbeeld, controleren ze veel harder en veel completer, zowel op de bedrijven als op de baan. Het kàn dus. En als er een boete wordt uitgeschreven dan moet je onmiddellijk betalen of uw vrachtwagen wordt geblokkeerd.
F. Moreels: Maar daar hebben de controlediensten een politionele bevoegdheid. Zij mogen verbaliseren. Bij ons niet. De overheid zou dus niet alleen de boetes fors moeten verhogen maar ook de inspecteurs politionele bevoegdheid geven. Want zo kunnen vandaag teveel van die fraudeurs de dans ontspringen.
Hypocrisie
T&B: Dragen de opdrachtgevers ook geen verantwoordelijkheid?
B. Vandecaveye: Dat is evident. Het is crisis en onze klanten hebben het ook moeilijk. Zij moeten kosten besparen. Maar dat mag geen reden zijn om met die malafide bedrijven in zee te gaan.
F. Moreels: Veel grote groepen gaan er prat op dat ze sociaal duurzaam zijn, geen kinderarbeid toelaten, enzovoort. Maar op transportgebied weigeren ze om hun verantwoordelijkheid te nemen. Zij kijken weg als hun transporteurs het werk uitbesteden aan onderaannemers die illegaal bezig zijn.
B. Vandecaveye: Een van onze klanten was een groot bedrijf voor wie we een ethisch charter hadden ondertekend. Toch hebben we die als klant verloren omdat hij koos voor een transporteur die veel goedkoper was dankzij die onwettelijke praktijken. De regels zijn duidelijk, er zijn geen grijze zones. Doe ze naleven! Want de bonafide bedrijven zijn er de dupe van… De golf van faillissement in de Belgische transportsector is daar het bewijs van.
F. Moreels: Het probleem is dat deze nieuwe illegale constructies bijzonder renderend zijn. Het is een zeer uitgebreid en diepgaand systeem dat massa’s chauffeurs uit derde landen uitbuit. Dat moet zo spoedig mogelijk gestopt worden. Anders gaat de transportsector helemaal kapot…
Buiten de lijntjes
Onze gesprekspartners trekken briefjes met vragen die niets te maken hebben met transport of economie.
Het boek dat mij het meest markeerde is…
BV: ‘Al het blauw van de hemel’ van Melissa Da Costa. Een prachtig boek over een jonge kerel die nog maar een paar maanden te leven heeft en op wandeltocht gaat.
FM: ’Het verdriet van België’ van Hugo Claus. Ik heb het al vier keer gelezen.
Ik kan geen dag zonder…
BV: Koffie. ’s Morgens geeft het mij een boost.
FM: Ik ook. Liefst met de krant erbij.
Als kind wou ik…
FM: Beeldhouwer worden. Misschien word ik het na mijn pensioen.
BV: Windsurfer worden. Het heeft trouwens weinig gescheeld of ik werd professionele windsurfer.