Wat al dan niet de juiste bedrijfsstrategie is in deze uitzonderlijke situatie, daar ga ik me niet over uitspreken. Ik kan echter wel enkele observaties maken vanuit een rekruteringsperspectief. Zo zie ik b.v. dat bedrijven die actief zijn in gezondheidszorg, industrie, bouw, financiën, e-commerce en IT voorlopig grotendeels standhouden, zij het met enig voorbehoud voor een terugval in bestellingen en projecten in de komende maanden. Gezien ons macro-economische landschap, is elke organisatie immers afhankelijk van een andere, b.v. voor voorraad, vervaardiging, levering of bestelling van goederen of diensten. Wanneer één van die schakels slecht functioneert of zelfs helemaal wegvalt, verzwakt de volledige ketting en dreigt ze zelfs te breken.
Dat dit besef soms nog ontbreekt, bleek helaas pijnlijk tijdens de persconferentie van de Nationale Veiligheidsraad. Ik proestte het bijna uit toen premier Sophie Wilmès benadrukte dat de veiligheidsraad niet aan alle bedrijven had gevraagd om de activiteiten stil te leggen. Ze bedacht zich duidelijk niet dat de maatregelen rond social distancing en thuiswerken wel eens de hoofdoorzaken kunnen zijn van een volledig geïmmobiliseerde economie.
Ik zie dit gevolg van zulke maatregelen namelijk als onvermijdelijk. Want wanneer 20% van de economie stilvalt, doordat de sector of bedrijfsactiviteit belemmerd is, zal de week nadien een volgende 10% problemen ervaren. Die bedrijven werkten immers nauw samen als leverancier, partner of klant met de eerste 20%. Opnieuw een week later volgt er nog eens een andere 10%. Dat rimpeleffect zal zich uiteindelijk doorzetten tot de hele economie na slechts enkele weken tijd volledig platligt, los van enkele ‘gelukkigen’ die actief zijn in een cruciale of ‘essentiële’ sector.
Daarom, mevrouw de Eerste Minister: dat alle bedrijven ineens op inactief staan, is niet de schuld van overbezorgde of luie bedrijfsleiders. Het is simpelweg een gevolg voor en het ongelukkige lot van bedrijven in die niet-essentiële kettingen door de genomen maatregelen, waar zij zich ook maar naar te schikken hebben.
Ten slotte nog een advies over personeelsbesparingen. Wat geldt bij de aanwerving van personeel, moet ook gelden bij ontslagen. Functietitels en vastgestelde takenpakketten moeten als nooit tevoren irrelevant worden. We moeten immers meer dan ooit kijken naar de mensen zelf, met al hun vaardigheden, leercapaciteit, inzet en ‘culturele match’ met de organisatie. Wie kunnen we waar inzetten en hoe halen we met zo veel mogelijk mensen de eindmeet? Een dispatcher kan bijvoorbeeld inspringen voor administratieve ondersteuning op een andere afdeling. Of een sales representative, die ooit bij de firma begonnen is op de klantendienst, kan misschien daar opnieuw even een handje gaan toesteken in een periode met veel vragen of klachten van klanten?
We tonen tegenwoordig dagelijks hoeveel we voor een ander over hebben door de lockdown-regels te respecteren. Dit soort van samenhorigheid en zulke inzet voor ‘het geheel’ kunnen ook in een bedrijf heersen, als we het vlammetje maar juist aanwakkeren. Onthoud dat dit ook voorbij zal gaan. En, boven alles, zorg goed voor elkaar.
Anais Volkers,
Director Corporate Accounts Hays.