Evolutie VAN-netwerk: schaalvergroting efficiëntieverhoging en digitalisering

De wereld staat niet stil, en ook in het universum van de VAN-dealers en  servicepunten zit voortdurend beweging om in te spelen op de evoluties in de sector en de veranderende noden van klanten. We bekijken hoe evoluties op dat vlak zich in ons land ontwikkelen.

Een trend die al enkele jaren bezig is, is ondertussen op zijn hoogtepunt: de groepering van dealers in grote concerns. Maar terwijl er nog gebroed wordt op overnames, lijken vooral de grote (internationale) groepen in een aantal gevallen hun doelen op dat vlak bereikt te hebben. Dat hoorden we onder andere tijdens een interview met Van Mossel Belux-CEO Koen Claesen, die vertelde dat de Belgische dealer-overnamehonger met de overname van Groep Mertens zowat werd gestild. Ook andere groepen als D’Ieteren, Hedin, Emil Frey, Maurin en Car Avenue zijn de afgelopen jaren druk op overnamepad geweest om met vers kapitaal de nodige investeringen in professionalisering en elektrificatie mogelijk te maken en gespecialiseerde kennis te centraliseren.

De concentratiegolf zal de komende jaren uitbreiden naar andere takken binnen de sector, met de integratie van verschillende andere diensten. D’Ieteren zet bijvoorbeeld Wondercar in als de koetswerkhersteller van de groep en Van Mossel is in gesprek over de overname van een ombouwer om dat maximaal inhouse te gaan doen. Dat zijn immers activiteiten waar nog geld mee te verdienen valt, ook wanneer merken eventueel overstappen naar een ander distributiemodel. Maar daarover later meer.

Doorgedreven digitalisering en mobiliteitsdiensten

De verkoop en naverkoop van bestelwagens is specialistenwerk. Daarom werken een aantal merken met gespecialiseerde dealers: het Pro+ netwerk van Renault, Transit Centers bij Ford Pro (die ondertussen aan de versie 3.0 toe zijn), VANPro Centers bij Mercedes en Van Centers bij VW om er enkele op te noemen.

Naast specifieke LCV-kennis (advies bij verkoop, begeleiding bij ombouw, …) en een specifieke aanpak in de werkplaats (met ook ruimere openingsuren) zetten ze ook steeds meer in op een actieve communicatie naar klanten toe. Denk aan toepassingen  om rechtstreeks afspraken in te plannen, video’s met uitleg over de interventie of nog systemen om de klant op de hoogte te houden van wanneer zijn voertuig klaar zal zijn.

Dealers zullen in De toekomst trouwens meer rekening moeten houden met digitalisering, gezien de quasi standaardisering van modems en geconnecteerde diensten, maar ook ‘as-a-service’ concepten voor diensten en voertuigen in hun geheel. Een actieve digitale opvolging van de technische gezondheid van voertuigen wordt het nieuwe normaal, met ook een digitale integratie van de opvolging in de werkplaats en de administratie.

Ook qua mobiliteit wordt er bij de VANcenters extra geïnvesteerd. Zo zijn er steeds vaker stock- en vervangvoertuigen die aangepast zijn aan de noden van klanten – met bijvoorbeeld snel inzetbare voertuigen met een ombouw. Een haal- en brengservice bij onderhoud is ook een optie, net als een ruimere verhuurvloot.

Nog een interessant concept dat in het buitenland ingang vindt, is dat van het onderhoud en herstellingen op locatie. Ford Pro introduceert een ‘Mobile Service’ in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en Mercedes doet hetzelfde in de heimat, dus het is niet ondenkbaar dat het concept in de toekomst ook naar ons land komt om de inzetbaarheid van voertuigen op punt te houden.

Minder haast bij invoering agentschapsmodel

Wat het dealernet zelf betreft, zetten verschillende merken tot voor kort in op de snelle invoering van het agentschapsmodel, maar lijken daar nu wat gas terug te nemen. Ter herinnering: bij het agentschapsmodel koop je als klant je voertuig op papier bij de invoerder, en niet bij de dealer, die in de meeste gevallen als uitvoerend agent wel instaat voor de aflevering en het onderhoud.

Voor de dealerwereld betekent dat een grote shift (vooral qua investeringen en beslissingsmacht), terwijl het voor klanten zorgt voor een duidelijkere (maar minder onderhandelbare) prijsstrategie, maar verder in de praktijk weinig verandert… op voorwaarde dat de marges van de dealer hoog genoeg zijn om hem gemotiveerd te houden.

Een aantal merken hebben al aangegeven het nut niet te zien van de nieuwe manier van business doen (Renault, maar ook Kia), terwijl anderen de kat nog wat uit de boom kijken. De Stellantis-groep zette de stap wel, en België was één van de pilootmarkten.

Dat verliep niet helemaal zonder kinderziektes, bijvoorbeeld in het IT-systeem, waarbij het plaatsen van bestellingen bij momenten zelfs niet meer mogelijk was. Geen ideale start, en dus zet de groep de Europese uitrol iets trager en in een aangepaste vorm verder.

Ford testte het nieuwe verkoopmodel in Nederland, en gebruikt die ervaring om de verdere uitrol in Europa te herzien. Mercedes-Benz deed hetzelfde in Duitsland (zij het voor personenwagens). Dat het nieuwe dealermodel er bij een aantal merken zal komen, staat vast. Maar wanneer en welke aanpassingen er nog zullen gebeuren, valt af te wachten.


De Data Act is nu een feit

De Data Act werd op 11 januari goedgekeurd en legt nieuwe regels vast voor de toegang tot en het gebruik van voertuig-gerelateerde data. Gebruikers van voertuigen zullen kunnen beslissen met wie ze door geconnecteerde voertuigen gegenereerde gegevens willen delen, bijvoorbeeld onafhankelijke garagebedrijven. Tot nu toe hebben alleen constructeurs toegang tot voertuigdata, in hun rol van dienstverlener. Dat verandert vanaf 12 september. Dit kan leiden tot lagere prijzen voor onderhouds- en reparatiediensten.

Het tweede luik van de Data Act houdt in dat bedrijven verplicht worden om niet-persoonsgebonden gegevens onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden te delen met overheidsinstellingen.


 

lees ook

Aankomende Events

ONTVANGT U ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF NOG NIET? MELD JE DAN NU AAN!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
transport media logo