Het voertuig van onze eerste testrit met het nieuwe Scania-gamma, kan bezwaarlijk een vlootvoertuig genoemd worden. Deze S730 is echter wel de ideale manier om de inspanningen van Scania op het vlak van geluidsdemping en wegligging te illustreren. Voor sommigen zal het een opluchting zijn. Anderen zullen dan weer ontgoocheld zijn dat de Zweedse wegreus niet bepaald voor een visuele revolutie is gegaan. De grille heeft een iets modernere toets gekregen en naast het kenteken ‘S’, zien we voor het eerst ook koplampen onder de voorruit verschijnen. De nieuwe deurklinken en de afwezigheid van een zonneklep, zijn andere zichtbare verschillen. Ook de kleine hoekdeflectoren zijn verdwenen en in het dak is er ruimte gecreëerd voor grote verstralers. Tenslotte springt ook de nieuwe vorm van de achterspoilers in het oog. Top of toch net iets erover? Segment. De Scania S730 nestelt zich uiteraard in het topgamma dankzij de V8-motor (belangrijk item voor talrijke chauffeurs), maar ook door de grootste cabine van de catalogus. Nu er geen sprake meer is van Topline en Highline is het voor Jan met de pet niet meer zo vanzelfsprekend om het onderscheid te maken tussen de R- of S-versie! Er is evenwel een duidelijk verschil. Dit komt op het conto van de tunnelmotor, die niet aanwezig is in de S, maar wel in de R. Dit onderscheid wordt perfect geïllustreerd door de binnenhoogte: met 2.070 mm is de S 16 cm hoger dan de 1.910 mm van de R. Ergonomie. Als de deuren gesloten zijn, zijn er slechts twee instaptreden zichtbaar. Toch zijn er in totaal 4 treden voorzien om aan boord van de S-cabine te klimmen. De verborgen instaptreden moeten bijdragen aan een betere aerodynamica, maar voor de chauffeur is het ideaal om er zijn schoenen op te plaatsen en ze ook proper te houden. Vier instaptreden is natuurlijk ook een hele karwei om in en uit te stappen. Dat is echter een te verwaarlozen probleem omdat dit voertuig voor het langeafstandsvervoer zal gebruikt worden, en niet voor distributiedoeleinden. In vergelijking met de vorige versie, is het instrumentenpaneel iets lager geplaatst. Dit zorgt voor een groter gezichtsveld. Ook de chauffeursstoel kreeg een andere positie: meer naar voor en ook meer naar links. Het gaat slechts over enkele centimeters, maar sommige chauffeurs zullen zich zeker kunnen vinden in meer manoeuvreerruimte. Het belangrijkste werkinstrument, het stuur, voelt zeer aangenaam aan met een extra vermelding voor het rechte gedeelte onderaan. Ook de bedieningsknoppen, waaronder de bediening van de Cruise Control, zijn lichtjes gewijzigd. We stellen echter nog andere gewijzigde details vast. De bediening van de koplampen bevindt zich voortaan in de bekleding van de deur en de waarschuwingslampje staat nu EINDELIJK op de rechterkant van het dashboard. Tenslotte werd er aan de tekentafel ook aandacht besteed aan de hendel aan de rechterkant van het stuur (bediening versnellingsbak, Opticruise en retarder). De twee displays met de verschillende meters zijn van een uitzonderlijk mooi en sfeervol design. In de S-uitvoering, zonder motortunnel, is de binnenruimte dus 2.070 mm hoog. Het gevoel van ruimte en bewegingsvrijheid is duidelijk aanwezig, maar dit voordeel kan in sommige gevallen ook nadelig zijn. Zo zullen de ietwat kleinere chauffeurs moeite hebben om de bovenste opbergvakken te bereiken. De afwezigheid van een motortunnel is bovendien geen garantie dat het vuil voor de zetels wegwaait bij het openen van de deuren. Ook de kwaliteit van de afwerking is erop vooruitgegaan en de S-cabine biedt plaats aan een grotere koelkast: een inhoud van 37 liter en de mogelijkheid om deze capaciteit te verdubbelen. In de uitvoering met vlakke vloer is het zelfs mogelijk om flessen rechtop te plaatsen. De lades in het centrale gedeelte van het dasboard zijn nog altijd zeer praktisch. De opbergvakken onder de voorruit zijn iets dieper omdat ze volop mee profiteren van de meer verticale positie van de voorruit. In combinatie met de buitenste koffers, staat er zo maar even 1.000 liter ter beschikking van de chauffeur. De koffers aan de buitenkant zijn namelijk ook toegenomen en in de S-versie krijgt de grootste buitenkoffer het gezelschap van een eerder bescheiden maar praktische extra opbergruimte. Tenslotte, kunnen de Scania-klanten voor de weergave van hun firmanaam terugvallen op de ruime afmetingen van het dak. Ongeziene stilte Aan boord. De avonturen onderweg beginnen bij het quasi geruisloos dichtslaan van de deur, wat meteen het beste doet vermoeden. Deze ongeziene stilte krijgt snel een vervolg tijdens het rijden zelf! Wat ons betreft is het toegenomen rijcomfort de grootste vooruitgang die de Zweedse designers hebben geboekt. Dit rijcomfort was nu niet bepaald (meer) de grootste troef van de vorige generatie. We hadden het reeds over de gewijzigde positie van de bestuurdersstoel, maar dit valt bijna in het niets bij de positie van de voorste as! Uiteindelijk gaat het over amper 5 centimeter, maar achter het stuur voelt men pas echt het verschil. En dan de ophanging. Ook wat dit betreft niets dan lovende woorden. Bij de allereerste ervaringen aan boord, begaven we ons nog op de uitstekende Zweedse wegen. Dit was met andere woorden geen echte waardemeter. Tijdens de ‘echte’ testrit op de E411 hadden we na een paar kilometer al door dat de ophanging voortaan mag beschouwd worden als één van de sterkste Scania-troeven. Door het wegvallen van de zonneklep, was alle hoop gericht op de zonnewering. Sommigen hadden verwacht dat de Zweden voor een elektrische bediening geopteerd zouden hebben (net zoals de parkeerrem), maar niet dus… De bediening is manueel gebleven. Dat brengt ons meteen bij onze grootste verbazing: waarom heeft men hier geen werk van gemaakt? Onderweg laten we ons vanzelfsprekend maar al te graag (uitgebreid) feliciteren door de coach. Hij kan echter ook onaardig uit de hoek komen als de rijstijl van de chauffeur hem niet bevalt… De zoektocht naar de perfecte balans tussen Predictive Cruise Control en Adaptive Cruise Control, is en blijft een moeilijke uitdaging. Deze evenwichtsoefening heeft al voor heel wat discussie gezorgd. De combinatie van veilig en economisch rijden is echter geen exacte wetenschap. Gematigd verbruik Prestaties. De S730 maakt deel uit van het uiterst selecte groepje van de grote vermogens. Naast de bestaande behoefte aan koppel en vermogen, gaan dergelijke kleppers vaak ook gepaard met de nood aan erkenning. U kan het gerust herleiden tot de vraag of passie moet onderdoen voor het gezond verstand. Gelet op onze dichtslibbende wegen en allerhande beperkingen voor vrachtwagens, moet men zich afvragen of het rijplezier de bovenhand moet houden op aanvaardbare verbruikscijfers… Aangezien het nog maar een jaar geleden was dat we de R730 aan een testrit onderwierpen, hadden we alle troeven in handen om te vergelijken. Vorig jaar haalden we een gemiddelde snelheid van 88,45 km/h en een gemiddeld verbruik van 31,7 l/100 km. Tijdens onze recentere testrit met de S730 hadden we opnieuw bewust voor de daluren gekozen. We hadden echter af te rekenen met iets drukker verkeer, wat slechts een minimale impact had op de gemiddelde snelheid (86,68 km/h). Qua verbruik kwamen we iets hoger uit dan bij de R730 (31,31 l/100 km). Rekening houdend met de grotere verkeersdrukte in vergelijking met de vorige keer, moeten we echter besluiten dat de S730 eigenlijk beter doet dan zijn voorganger. Mocht de gemiddelde snelheid hoger gelegen hebben, zouden we ook minder brandstof verbruikt hebben. Eindigen doen we met het cijfermateriaal rond AdBlue, dat min of meer vergelijkbaar is: 1,82 l/100 km voor de S730 en 1,97 l/100 km voor de R730. Gelet op de verkeersomstandigheden, scoort de S730 ook hier beter. We moeten er tenslotte nog aan toevoegen dat het verbruik ook afhankelijk is van de zogenaamde passieve methodes zoals de correcte afstelling van de deflectoren. Hierbij zal de regelbare hendel achteraan de cabine bijzonder in de smaak vallen. Conclusie. De S730 staat voortaan synoniem met het topgamma van Scania. Naast de nieuwe cabine, zijn er nog tal van andere nieuwe evoluties zoals het genot van de Opticruise, het algemeen comfort, de opbergvakken en vooral het gematigd verbruik die deze ‘King of the Road’ een iets ‘menselijker’ gelaat geven. We kijken er nu vooral naar uit om iets lichtere versies te kunnen testen op ons testtraject. Die zijn immers iets meer uitgetekend op maat van de vlootbeheerders.