Enkele dagen voor een persconferentie die in de plaats komt van de conferentie die op de IAA had moeten plaatsvinden, kondigt MAN een grote reorganisatie aan die de afschaffing van 9.500 banen met zich meebrengt. Deze maatregelen zijn essentieel om de Duitse constructeur, een dochteronderneming van Traton, in staat te stellen opnieuw te investeren in zijn toekomstige ontwikkeling.
De financiële situatie van MAN is delicaat: binnen de Traton-groep is de winstgevendheid al jaren aanzienlijk lager dan die van Scania en de Covid-crisis heeft niet geholpen, aangezien de eerste helft van het jaar werd afgesloten met een verlies van 387 miljoen euro. De grote investeringen die zijn gedaan om het nieuwe gamma te lanceren, zijn nog niet in de verkoopcijfers terug te vinden en CEO Joachim Drees moest begin juli aftreden en werd vervangen door Andreas Tostmann.
Tostmann, wiens eerdere ervaring op het gebied van productie en logistiek ligt, heeft vandaag een belangrijk reorganisatieplan aangekondigd dat de verplaatsing van bepaalde ontwikkelings- en productieactiviteiten binnen de Traton Group inhoudt. De toekomst van de productielocatie in Steyr (Oostenrijk) wordt in twijfel getrokken, evenals die van twee locaties waar serievoertuigen worden aangepast in het kader van het MAN Individual-programma (Plauen voor bussen en Wittlich voor vrachtwagens). In totaal zullen er, afhankelijk van de uitkomst van de besprekingen met de sociale partners, naar verwachting 9500 banen verloren gaan, voornamelijk in Duitsland en Oostenrijk.
