Gisteren heeft de DTIM (Direction du Transport et de l’Intermodalité des Marchandises binnen de Service Public de Wallonie) haar jaarlijkse prijs toegekend aan Recybel. Recybel (een joint venture tussen Engie, CCB en Heidelberg Materials) heeft een project voor circulaire economie opgezet in de cementproductie, waarbij bijna uitsluitend gebruik wordt gemaakt van waterwegen als transportmiddel.
Decennialang was de kolencentrale van Electrabel in Flémalle in bedrijf. De slakken (vluchtige assen) werden opgeslagen in wat nu een slakkenberg is. Electrabel (nu Engie) liet verschillende studies uitvoeren naar de stabiliteit van de slakkenberg en het werd duidelijk dat het verwijderen van de as de enige mogelijke oplossing was. We hebben het hier over 2,3 miljoen ton…
Het bleek dat deze as rijk is aan aluminiumoxiden en bauxiet kan vervangen in het productieproces van een cementverbinding. Zo ontstond het idee om Recybel op te richten, een joint venture tussen Engie en twee cementfabrikanten, ook al zijn het concurrenten: CCB Cementir Holdings en Heidelberg Materials. In 2017 werd een transportband van 1.800 meter geïnstalleerd om de as te vervoeren naar de Maas, waar de schuiten vertrekken naar drie cementfabrieken: CCB in Lixhe en Heidelberg Materials in Antoing en Gaurain-Ramecroix. De Novandi-groep uit Luik is de logistieke partner voor deze just-in-time operatie, die al de helft van de as van de slakkenberg heeft verwijderd. Alleen de laatste kilometer van het transport naar de site van Gaurain-Ramecroix vereist wegtransport.
Het DTIM benadrukte het evidente milieuaspect van het project van Recybel: enerzijds wordt het potentieel van de rivier ten volle benut, anderzijds is het een opmerkelijk voorbeeld van de circulaire economie, aangezien de recyclage van een bijproduct het mogelijk maakt om een primaire grondstof, waarvan de winning vervuilend is, te schrappen. Volgens Recybel zal de CO2-uitstoot in verband met de verwijdering van de 2,3 miljoen ton as vier keer lager zijn dan wanneer de as over de weg zou zijn vervoerd. Het project loopt in ieder geval af in 2029.
