Voor de tweede maal in hun geschiedenis organiseerden de drie transportfederaties samen hun jaarlijkse receptie. De ideale gelegenheid om de politieke wereld (deze keer vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Bestrijding van Sociale Fraude, Philippe De Backer) er attent op te maken dat het Belgische wegtransport nog steeds sterke maatregelen verwacht. Lode Verkinderen (TLV) benadrukte de noodzaak om op Europees niveau een strenger reglementair kader in te voeren om zo de transportactiviteiten van lichte bedrijfsvoertuigen die in België en in het buitenland zijn ingeschreven binnen de lijnen te houden (een vorm van oneerlijke concurrentie, noemde hij het). Hij heeft de federale regering hiervoor om actieve steun gevraagd. Philippe Degraef (Febetra) had het opnieuw over de manier waarop de controles op de weg en bij de bedrijven zijn georganiseerd en drong aan op de noodzaak om te werken met regels die ’toepasbaar, duidelijk en niet onderhevig aan interpretatie’ zijn. Volgens hem lappen een aantal inspecteurs dit laatste punt maar al te vaak aan hun laars. In dit kader legde hij ook de kwestie van de concurrentie van landbouwtractoren nog eens op tafel. Michael Reul (UPTR) ten slotte, hernam de belangrijkste conclusies van de recente studie van het Franse Comité National Routier om Belgiës ‘leiderspositie’ op het vlak van sociale bijdragen en arbeidskosten aan de kaak te stellen. Volgens hem zou het opheffen van de sociale bijdragen op de niet-productieve uren (een oude vraag van de sector) de RSZ slechts 40 miljoen euro kosten. Philippe De Backer begripvol Ondanks die drie eisen had Philippe De Backer geen enkele moeite om de sympathie op te wekken bij een sector waar hij persoonlijk trouwens veel voeling mee heeft. Hij is vast van plan om het dossier over de toegang van lichte bedrijfsvoertuigen tot het beroep, bij Europa aan te kaarten en geniet hierbij trouwens de steun van de andere leden van de federale regering, maar het zou wel eens een lange strijd kunnen worden. Wat het ontlasten van de niet-productieve uren betreft, gaf hij daarentegen te kennen dat een dergelijke maatregel hoogstwaarschijnlijk tegen de limieten van de Europese reglementering zou opbotsen. De heer De Backer deelde bovendien de eerste resultaten mee van de inspanningen in de strijd tegen de fraude en herinnerde aan de verlaging van de loonlasten van 4 miljard euro die de federale regering al heeft toegekend en waarmee de loonhandicap van de Belgische werknemers volgens hem ruimschoots is goedgemaakt.