Het Haspengouwse Transport Lux werd Transporteur van het Jaar in 2014. Een crisisjaar, waarin de belangrijkheid van financiele draagkracht een grote rol speelde. Een financiële draagkracht die Transport Lux kan voorleggen, dankzij een rijke historie en een uitgebreid klantenbestand, vooral in de voedingssector. Ernest Lux, zaakvoerder van Transport Lux, vertelt: “We waren toen ook net een automatisatie aan het doorvoeren. Wat die juist inhield? Opvolging van de chauffeurs, maar ook de linken naar de verschillende klanten toe. Intussen zijn we bijna papierloos aan het werken, maar nog niet helemaal. Hopelijk binnenkort wel. We blijven onze IT infrastructuur alleszins continu verbeteren.”
De stabiliteit van ons bedrijf
“En daar zijn we in 2014 echt mee begonnen. We bestaan meer dan 60 jaar en zijn een redelijk oud bedrijf. We werkten dus ook nog redelijk klassiek. De ommeslag naar meer IT is er toen gekomen. Al speelt de stabiliteit van ons bedrijf zeker ook een rol in het winnen van de prijs. Onze grootste klant is Aperam, het bekende staalbedrijf uit Genk (voorheen ALZ). Daarnaast werken we grotendeels met grote multinationals uit de voedings- en verpakkingssector samen. Coca Cola, Pepsi, Alken Maes, Colruyt, AB-Inbev, dat kaliber. Allemaal grote spelers, en dat heeft ons dat crisisjaar zeker geholpen. De voedingssector is natuurlijk ook redelijk stabiel in crisistijd. Mensen moeten nog altijd eten en drinken. De prijzen blijven dus competitief en scherp. In pakweg de bouwsector is dat toch anders. Ook onze export naar Frankrijk, de tweede pilaar van onze organisatie, bleef draaien. Hierdoor hebben we in dat slechte jaar, toch status quo kunnen draaien”, aldus Ernest. “Wat de titel Transporteur van het Jaar ons bracht ? Het imago van Transport Lux naar de buitenwereld toe heeft toch wel een flinke boost gekregen. We hebben hierdoor echt wel bepaalde klanten kunnen binnenhalen die we anders misschien niet hadden binnengehaald. We schakelen sindsdien ook nog meer naar veiligheid. Maar pas op, ook intern gaf deze prijs een enorme boost. Onze medewerkers zijn fier dat ze voor een Transporteur van het Jaar werken, en we spreken op deze manier ook jongeren iets meer aan om bij ons te komen werken. “2014 ligt natuurlijk nog niet zo heel ver achter ons. In 2014 draaiden we dus status quo. Maar intussen zijn we toch 10% aan het groeien. Iets dat we moeten doen, als we willen standhouden in onze sector. De marges worden steeds kleiner, en de concurrentie wordt aanzienlijk harder. We moeten ons volume laten stijgen om een bepaalde marge te behouden. Vandaar ook dat we heel zwaar investeren in IT. Het is een kwestie van moeten om mee te kunnen in de toekomst. E-CMR bijvoorbeeld, dat komt er binnenkort aan, he. We zetten er volop op in om ons hierop voor te bereiden en stand te houden in onze sector.”
En verder?
“Zoals gezegd focussen we ons intern natuurlijk vooral op de modernisering van onze IT infrastructuur. De situatie is wat het is: we moeten veel meer volume doen met hetzelfde aantal mensen op kantoor. Terwijl laten we de vaste kosten ook niet exploderen. Onze chauffeurs worden ook meer en meer een ‘secretaresse’ dankzij de nieuwe soort boordcomputers die we gebruiken. Het kantoor wordt hierdoor verlicht en orders worden meer en meer vanuit de cabine van de chauffeurs geregeld. Daarnaast willen we eventueel ook nog een overname doen in onze sector aan de andere kant van het land. Kwestie van de wisselwerking tussen het oosten en westen van België te optimaliseren. Maar daarvoor hebben we tijd, hoor. Er is op dit moment nog niks concreet”, lacht Ernest.
Het wegennet volgt niet
Die wisselwerking en het zoeken naar een vestiging aan de andere kant van het land heeft natuurlijk ook zijn redenen. “Onze wegen lopen langzaam maar zeker volledig vast. Het wordt hoog tijd om te investeren in beton, of we staan binnenkort vast van ’s ochtends tot ’s avonds. Het verkeer is enorm toegenomen. Distributie is een zeer belangrijke speler. En toch volgt het wegennetwerk niet. Dat wordt echt een probleem. Net zoals de loonkost voor onze sector: als je vergelijkt met Europa, kunnen we nu al niet meer mee. De loonkostverlaging mag er echt wel gaan komen. Maar geen loonverlaging he. Onze sector heeft het nu al moeilijk om jongeren te motiveren om erin te stappen. Hoe gaan we de veroudering opvangen? Die image building van de sector, dat is iets waar we allemaal eens moeten werk van maken. Ook de overheid trouwens: geef ons de kans om jongeren vanaf 16 jaar op te leiden via werkplekleren, en we komen er wel ”, besluit Ernest.
“Geef ons de kans om jongeren vanaf 16 jaar op te leiden via werkplekleren.” (Ernest Lux)