De vereniging Transport & Environment heeft zojuist een onderzoek gepubliceerd waarin het een ranglijst maakt van vrachtwagenfabrikanten over de hele wereld op basis van hun ambities om de CO2-uitstoot terug te dringen. Scania staat bovenaan de lijst.

Over het geheel genomen komen de Europese fabrikanten als beste uit de bus, met Scania, Mercedes-Benz en MAN op respectievelijk de eerste, tweede en derde plaats. De Europese merken van Volvo Group staan op de 12e plaats (Volvo Trucks) en 15e plaats (Renault Trucks), terwijl Iveco (16e) en DAF (22e) verder onderaan de ranglijst staan. Met uitzondering van Tesla (3e, maar nog niet begonnen met de massaproductie van zijn trucks) doen Amerikaanse fabrikanten het slecht. Hetzelfde kan gezegd worden van Chinese fabrikanten, met uitzondering van BYD, dat met zijn Amerikaanse, Europese en Chinese vestigingen de 5e, 7e en 8e plaats inneemt.

Afgezien van deze ranglijst is het de methodologie die vragen oproept: deze is niet zozeer gebaseerd op feitelijke verkoopcijfers, maar op de ambities van de verschillende fabrikanten om min of meer snel 100% emissievrije verkoop te realiseren. In deze context betekent het feit dat sommige fabrikanten hebben aangekondigd dat ze doorgaan met de ontwikkeling van niet-elektrische aandrijflijnen (Volvo Group en Iveco in het bijzonder) dat ze punten verliezen. Andere fabrikanten die nog niet echt begonnen zijn met de productie (zoals Irizar in Spanje of Tesla, hierboven genoemd) worden gerangschikt op basis van pure beloften. En het is moeilijk te begrijpen dat fabrikanten die alleen elektrische trucks gaan bouwen (zoals Volta Trucks) niet systematisch bovenaan de ranglijst staan. Kortom, er is genoeg om het belang van deze studie te relativeren…