Een logistieke bouwhub, die functioneert als ontkoppel- en verzamelpunt van goederenstromen naar bouwwerven, kan in een stedelijke omgeving zowel de totale logistieke kost als het transport met meer dan 40 % doen dalen. Dat blijkt uit de resultaten van het VIL-project Bouwhubs in samenwerking met het WTCB en zestien bedrijven.
De logistieke kosten van een bouwproject lopen op tot gemiddeld 8 à 12 % van de totale bouwkosten. Bouwhubs doen dienst als verzamelpunt van goederen en materialen, zodat er niet meer just-in-time geleverd moet worden bij stedelijke bouwwerven. Dat is moeilijk door de beperkte opslagruimte op werven en toenemende mobiliteitsproblemen en verkeersbeperkingen in steden. Een bouwhub biedt services als opslag, kwaliteitscontrole, samenstelling van werfpakketten, pre-assemblage, just-in-time levering, gegroepeerde leveringen en retourlogistiek. Op die manier kan het een slimme draaischijf vormen tussen de leveranciers van bouwmaterialen en de werven.
Testproject
VIL onderzocht het principe van de bouwhub in Antwerpen, met een vergelijking tussen een klassieke werfsituatie zonder bouwhub en de situatie met bouwhub. Aan de hand van een simulatiemodel werden verschillende scenario’s voor zes werven in de stad berekend. Hierbij werd niet enkel de totale kost gesimuleerd, maar ook de overeenkomstige totale CO2-uitstoot, de totale transportafstand, het totale aantal transportbewegingen in de stad en de gemiddelde beladingsgraad van de transporten.
Uit de resultaten blijkt dat een bouwhub de totale logistieke kost doet dalen met 42 %. De simulaties die in dit project werden gemaakt tonen aan dat de meerwaarde van een bouwhub zit in het efficiënter organiseren van de bouwlogistiek. Daarbij wordt de beladingsgraad van de transporten sterk verhoogd en het aantal ritten verminderd. De activiteiten op de werf kunnen ook beter gepland worden en is er een gunstig effect voor het milieu en de leefomgeving.
