In haar zesde werkingsjaar brengt de kilometerheffing voor vrachtwagens in de drie gewesten van België 822,4 miljoen euro op, blijkt uit jaarcijfers van Viapass. Dat is 8,8 procent meer dan de 755,7 miljoen euro in het werkingsjaar daarvoor. De coronadip is duidelijk voorbij.
In het afgelopen werkingsjaar, van 1 april 2021 tot en met 31 maart 2022, werden 41,1 miljoen vrachtwagens geregistreerd die minstens één rit maakten over de betalende Belgische tolwegen. Die cijfers zeggen weliswaar niets over de beladingsgraad, maar kunnen wel gelden als graadmeter voor de economische activiteit in ons land. De Covid-crisis is in deze cijfers verteerd. Een impact van de Oekraïnecrisis is in deze statistieken nog niet terug te vinden.
Het aandeel afgelegde tolkilometers door vrachtwagens in de twee properste emissiecategorieën, Euro 6 en Euro 5, steeg verder van 95 naar 96,6 procent. Ook het aandeel van de hoogste gewichtsklasse, meer dan 32 ton, neemt toe tot 91 procent. Volgens administrateur- generaal Johan Schoups maakt de heffing daarmee twee cruciale doelstellingen waar: groener transport en efficiënter gebruik van de transportmiddelen.
Met de opbrengst van de kilometerheffing werd onder andere de herinrichting van de expresweg N8 Ieper -Veurne gefinancierd, de renovatie van het wegdek op de E411 en herstelwerken aan verschillende snelwegtunnels.
Liefst 99,25 procent van de vrachtwagens die in België onderworpen zijn aan de kilometerheffing is reglementair in orde. 0,15 procent heeft een On Board Unit (OBU) met ontoereikend betaalmiddel, bij 0,6 procent detecteert de controleapparatuur geen OBU. Viapass herhaalt dat het systeem deze inbreuken vanzelf opspoort met behulp van 39 cameraportieken, 22 verplaatsbare camera’s en een veertigtal controlevoertuigen.
