Het Arbeidshof in Hasselt heeft gisteren bevestigd dat transportbedrijf H. Essers de Roemeense vrachtwagenchauffeur Stefan Popescu een Belgisch loon had moeten betalen. H. Essers neemt akte van dat standpunt maar volgens vakbond ACV Transcom is dit het bewijs dat Popescu het slachtoffer is van sociale dumping is geweest. 

Stefan Popescu ging in 2010 via een Roemeense dochteronderneming als vrachtwagenchauffeur aan de slag bij H. Essers.”De heer Popescu heeft gedurende vijf jaar voor ons bedrijf gewerkt, tussen 2010 en 2015. Gezien hij ook werkzaamheden uitvoerde als tussenpersoon voor Roemeense vrachtwagenchauffeurs in België was hij van mening dat hij een Belgisch arbeidscontract had moeten hebben”, luidt het bij het Genks transportbedrijf.

Koen Ryckenboer (algemeen sectorverantwoordelijke vervoer over de weg bij vakbond ACV-Transcom) geeft enkele details van deze extra taken: “Stefan Popescu kreeg extra taken op administratief gebied, maar ook als persoonlijke chauffeur van de familie Essers. Maar hoewel hij voltijds in België werkte, kreeg hij al die tijd een Roemeens loon. Dat loon, zo’n driehonderd euro per maand, lag ver beneden de Belgische minimumlonen. “Als ik hard zou werken, beloofde Essers mij een Belgisch contract”, vertelt Popescu. Toen hij zijn werkgever vroeg om zijn contract te regulariseren, werd hij teruggestuurd naar Roemenië.

Kort daarop diende Popescu een vordering in om het verschil in loon alsnog retroactief betaald te krijgen. In eerste instantie oordeelde een Roemeense rechter dat niet de Roemeense tak van H. Essers, maar het hoofdbedrijf in België Popescus werkgever was. “Onder meer omdat hij al zijn instructies kreeg vanuit Genk, bijna altijd vanuit de standplaats in Genk vertrok, en omdat de loonberekening in België gebeurde, valt hij onder het Belgische arbeidsrecht, niet onder het Roemeense”, aldus Koen Ryckenboer.

In België duurt de procedure sinds meer dan acht jaar. De vraag van Stefan Popescu werd al meermaals afgewezen door verschillende rechters, maar het Arbeidshof is dezelfde mening toegedaan als de Roemeense rechter. “Wij nemen akte van dat standpunt, en wachten de finale uitspraak van de bevoegde rechtbank af dat wij absoluut zullen volgen”, aldus H. Essers.

“Dit is een zeer belangrijke uitspraak”, zegt Koen Ryckenboer. “Het is een precedent voor alle buitenlandse werknemers die hoofdzakelijk in België werken, maar met een contract in hun land van herkomst en dus aan een lager loon. In de toekomst zullen zij voor een Belgische rechtbank hun rechtmatige loon kunnen opeisen. Cruciaal in de strijd tegen sociale dumping.” Volgens hem was de constructie die H. Essers opzette een frauduleuze constructie om het personeel zo laag mogelijke lonen te betalen. De toon is heel anders op het hoofdkantoor van H. Essers: “Wij hechten het grootste belang aan het respecteren van alle relevante regelgeving en aan correcte en respectvolle arbeidsvoorwaarden voor al onze medewerkers! Dat wordt ook steeds aangetoond in de audits van de sociale inspectie. We betreuren dat mr Popescu zich 10 jaar geleden onheus behandeld gevoeld heeft, want het welzijn van onze medewerkers is onze grootste prioriteit.”