De aankomst van de eerste Tesla Semi’s in het wagenpark van Pepsico in Californië veroorzaakte nogal wat opschudding, want het waren de allereerste Semi’s van de Amerikaanse fabrikant… en ze ondervonden een paar softwareproblemen bij de start van hun dienst. Een video geeft wat meer informatie over de eerste feedback.
De video is gemaakt door NACFE (North American Council for Freight Efficiency), een organisatie die niet verbonden is aan een bepaalde fabrikant. Allereerst wordt uitgelegd in welke context de 21 Tesla Semi’s bij Pepsico worden gebruikt: 18 ervan worden gebruikt voor de distributie van producten tussen de bottelarij in Sacramento en de supermarkten, wat neerkomt op 12 uur rijden maar minder dan 100 mijl (160 km) per dag, met 8 tot 12 tussenstops. Deze voertuigen kunnen ’s nachts in het depot opladen. De andere drie worden gebruikt op langere routes (tussen 250 en 450 mijl – 400 tot 720 kilometer).
“We zijn behoorlijk agressief geweest in de manier waarop we de grenzen van de autonomie van vrachtwagens hebben verlegd en hebben bewezen dat het deze waarden kan bereiken onder volle belasting”, legt Dejan Antunovic (hoofd van het elektrificatieprogramma bij Pepsico) uit. Deze voertuigen werken in twee ploegen en het duurt tussen de 20 en 30 minuten om de batterijpakketten op te laden tot 95% (ter herinnering, dit zijn dezelfde als bij de Tesla S). In Sacramento gebeurt dit opladen met laders van 750 kW. Pepsico heeft daarom geïnvesteerd in een hoogspanningscabine en een aansluiting op het elektriciteitsnet die tot 3 megawatt garandeert.
Het gemiddelde verbruik van de Semi is 1,1 kWh per kilometer, een cijfer dat in verhouding moet worden gebracht met het maximaal toegestane gewicht van een Class 8 in de Verenigde Staten (82.000 pond, of 37,2 ton voor een elektrische truck). Het verbruik varieert afhankelijk van het wegprofiel. De Semi is uitgerust met een tandemas, waarbij de ene as verantwoordelijk is voor het leveren van meer koppel en de andere as voor het optimaliseren van het elektriciteitsverbruik door kinetische energie terug te winnen tijdens het remmen en op afdalingen.
