Hoewel je het niet zou verwachten van een beroepsgroep voor wie elk uur file snijdt in de flinterdunne winstmarge, is er bij de transportfederaties Febetra en UPTR begrip voor de betogende landbouwers. Febetra dringt wel aan op snelle opheffing van de blokkades, UPTR maakt een strijdbare vergelijking tussen de grieven van de landbouwers en de uitdagingen waar de transportsector voor staat. 

Febetra vraagt met aandrang dat de wegblokkades van de landbouwers zeer snel worden opgeheven.
“De transportsector heeft begrip voor de problemen van de landbouwsector. Net zoals bij de landbouwers, staat het water ook bij vele transporteurs aan de lippen. De transportsector kiest echter niet de weg van blokkades, omdat de sector hierdoor nog harder getroffen wordt,” meldt de sectorvereniging op LinkedIn.

“Ten eerste is er de financiële impact voor de transportbedrijven. Een vrachtwagen die in een blokkade vaststaat kost gemiddeld 101,50 €/uur. De moeilijke economische situatie treft ook de transportsector bijzonder hard en deze blokkades verergeren dit enkel maar. Niemand zal immers willen opdraaien voor de kosten van deze blokkades.”

“Ten tweede is er de impact op de rij- en rusttijden van de chauffeurs die stilstaan in de blokkades en maakt dat deze rij- en rusttijden niet kunnen gerespecteerd worden, buiten de wil om van de vrachtwagenchauffeurs. Dit zijn bovendien overtredingen die nog lang geregistreerd blijven in de tachograaf en waarvoor ze dus nog boetes riskeren.”

“Ten derde is er de impact op bedrijven, supermarkten en havens die niet op tijd kunnen beleverd worden of slots die niet gehaald kunnen worden.

De landbouwsector heeft uiteraard volkomen gelijk dat onze overheid de bedrijven in de steek laat. We vragen hen echter met aandrang om over te gaan tot acties die onze economie niet rechtstreeks treffen.”

In een comuniqué trekt UPTR-secretrais-generaal Michaël Reul parallellen tussen de grieven van de landbouwers en de problemen van de transportsector. “In Duitsland, Frankrijk en België zijn boeren van hun boerderijen gekomen om hun woede en frustratie te uiten over hoe zij behandeld worden door de politiek. Dit omvat onder andere: verhoging van de brandstoftaksen ,chronisch falen van de autoriteiten op het gebied van prijscontrole, oneerlijke concurrentie, tijdrovende administratieve rompslomp, diepgaande controles, gedwongen milieutransitie zonder financiële ondersteuning…”

UPTR is van mening dat ook transporteurs zich in deze gang van zaken kunnen herkennen. “De federale regering heeft het deel van de terugvorderbare accijnzen verminderd,” stelt Reul. “De FOD Mobiliteit heeft nooit zijn rol gespeeld en de regelgeving inzake abnormaal lage prijzen, zoals voorzien in de Vervoerswet, doen naleven. De regio’s hebben nog steeds geen wetgeving opgesteld om cabotage in gecombineerd vervoer te verbieden. De controleurs lijken andere zorgen te hebben dan het controleren van de verplichte terugkeer van vrachtwagens naar de lidstaat waar ze zijn geregistreerd, elke acht weken. Er zijn geen serieuze maatregelen genomen, zowel op federaal niveau als door de regio’s, om Belgische transporteurs te ondersteunen bij de uitdagingen van de energietransitie.”

“Helaas is het beeld van vrachtwagens in de gedachten van het grote publiek niet hetzelfde als dat van de vriendelijke tractoren… Blijft de (open) vraag: zouden transporteurs (beter) gehoord / gerespecteerd worden dan boeren, als zij op hun beurt zouden besluiten de openbare ruimte in te nemen?”besluit Reul.