Het opbod aan technologieën en hoe gesofisticeerd ze worden, gaat uiteraard hand in hand met de uitrusting. Bovendien zijn er verplichte en aanbevolen installaties, al dan niet ecologisch, installaties die in de toekomst interessant kunnen zijn en de elementen die bovenop het brede spectrum van de traditionele uitrusting komen en ook beheerd moeten worden. Concessiehouders moeten dus keuzes maken… Of niet.
Om aan zware of lichte bedrijfsvoertuigen te kunnen werken, moet je ze natuurlijk in de lucht krijgen. En daarvoor zijn er 3 mogelijke oplossingen: een smeerput, een hefbrug of een hydraulische krik. Volgens Robert Hocké zijn ze alle drie nodig. “Elke oplossing heeft zijn voor- en nadelen.” Maar als er keuzes gemaakt moeten worden, kunnen een aantal parameters een invloed hebben, zoals de beschikbare ruimte, het gebruiksgemak (de smeerput is zonder twijfel handiger om te werken aan de onderkant van het voertuig), de kost (de smeerput is in theorie minder duur, afhankelijk van de diepte, de materiaalkwaliteit en de graafwerken) en de flexibiliteit (een hefbrug kan mobiel zijn en aangepast worden aan verschillende types voertuigen). Ludo Plessers, project manager bij TAE, raadt dan weer hydraulische krikken en kolomhefbruggen met asondersteuning aan.
Gespecialiseerde zones
De ideale werkplaats omvat verschillende zones, waaronder ruimtes voor voertuigen met een alternatieve aandrijving. Robert Hocké verduidelijkt: “Op dit moment is er geen reglementering rond wat er voorzien moet worden voor deze alternatieven, behalve dan voor CNG. Voor de andere aandrijvingen kunnen we ons baseren op de regelgeving die van toepassing is in Nederlands. Er is in elk geval een specifieke uitrusting nodig voor deze alternatieven.” Op dat vlak vermelden we een ATEX-cabine (voor explosieve omgevingen), een beschermingsuitrusting om te werken aan geëlektrificeerde voertuigen, specifieke brandblussers, oplaadinfrastructuur, een geïsoleerde gereedschapswagen, enz.
Nog steeds wat de elektrische aandrijvingen betreft, is het belangrijk om een vermogensbalans op te maken om de capaciteit van de hoogspanningscabine te bepalen. “Je kan beter vooruitziend zijn en over een voldoende grote capaciteit beschikken om voorbereid te zijn op de toekomstige technische en regelgevende evoluties,” voegt Hocké nog toe. “Daarbovenop komen ook nog de sensoren, sirenes en uitlaatgasanalysesystemen voor de LNG- en CNG-zones,” benadrukt Ludo Plessers. Voor dieselvrachtwagens zijn ventilatie- en afzuigsystemen dan weer onmisbaar.
Nog een gespecialiseerde zone: de diagnoselijn met een remtestbank, spelingsdetectie, een rooktester, een werkput met ventilatie, enz.
Diverse werktuigen
Ook in 2024 heeft een garage voor zware voertuigen nog steeds basiswerktuigen nodig: momentsleutels, dopsleutels, compressoren, pompen, vloeistoffenreservoirs, een rollentestbank met hydraulische lift, batterijtesters en -laders, een volledige bandenuitrusting en een uitrusting voor het beheer van vloeistoffen (zie elders in dit dossier).
