Wie zal het zich morgen nog herinneren?
Niet te voorzien, brutaal, nooit eerder gezien, snel verspreidend, genadeloos… woorden schieten ons te kort om precies te omschrijven wat er door ons heen ging in maart toen de zwaarste gezondheidscrisis van onze moderne geschiedenis uitbrak. Wie zou er ooit gedacht hebben dat de Westerse maatschappij er mee akkoord zou gaan zich thuis in quarantaine te zetten, dat 62 % van de actieve bevolking zou overstappen op telewerken en dat op een dag het Europese voetbal, de Olympische Spelen en de 24 Uren van Le Mans zouden uitgesteld worden?
Tijdens de hele periode heeft het verzorgende personeel de hele tijd in de eerste linie gevochten om er voor te zorgen dat de bevolking toegang heeft tot dat onmisbare product waar we geen 90 seconden zonder kunnen: lucht. Maar direct na die frontlijn kreeg de transportsector een unieke gelegenheid om het grote publiek te bewijzen dat zonder hen aan die andere belangrijke levensbehoeften (eten en drinken) niet zou worden voldaan. Al de rest, van de Koningin Elisabeth wedstrijd tot Tomorrowland, was plotseling naar de achtergrond verdreven.
Maar toch heeft de mens een kort geheugen. We moeten zo snel mogelijk deze weken van angst en quarantaine achter ons laten. Spontaan zal hij misschien nog terugdenken aan het applaus voor de zorgsector elke avond om 20.00 uur bij het geluid van de klokken. Daarentegen zullen de tekeningen van de kinderen, waar men (soms) ook een dikke merci gaf aan de chauffeurs die onze winkels van nieuwe nieuwe goederen voorzagen, dan al lang terug te vinden zijn in een vergeten lade of zelfs verscheurd en in de vuilbak terwijl de radio een nieuw ongeval aankondigt waarbij trucks betrokken zijn op de E17.
Tenzij… Een maand na de aanvang van deze pandemie kondigden de Gewesten en het Sociaal Fonds een grote campagne aan gericht op het rekruteren van chauffeurs. De geïnvesteerde sommen zijn eveneens ongezien op Belgische schaal. De animatoren van deze campagne zouden er goed aan doen om het momentum van de afgelopen werken te gebruiken om hun campagne des te meer kracht bij te zetten.
Claude Yvens,
Hoofdredacteur.