De Vlaamse regering keurt twee projecten goed die de intermodale trafieken van en naar de Vlaamse havens moeten verbeteren. Via het Impulsprogramma Binnenvaart wordt in het eerste jaar 713.415 euro beschikbaar gesteld, die de trafieken tussen Gent en Antwerpen ten goede moeten komen en ook vrachtverkeer tussen Antwerpen en Nederlandse vrachthubs van de weg moet halen.
Uit zes projecten werden uiteindelijk tywee projectvoorstellen rond nieuwe terminal-hub shuttles geselecteerd: ‘Terminalhub Logistiek Centrum Gorinchem’ en ‘Flanders Container Corridor’. De deelnemende terminals zullen regelmatige binnenvaartdiensten opzetten tussen maritieme terminals en inlandterminals die langs dezelfde corridor gelegen zijn. In elke samenwerking worden kleinere volumes samengebracht op één centrale plaats om de containers te kunnen bundelen van en naar Port of Antwerp-Bruges. De ambitie van de Vlaamse regering is immers om tegen 2030 een binnenvaartaandeel van 42 procent te realiseren in de aan- en afvoer van containers naar de Antwerpse haven. Nu de werken aan de Oosterweelverbinding ook op de Antwerpse rechter-Scheldeoever voor ingrijpende bouwwerven zorgen, hoeft het niet te verbazen dat in het kader van de ‘Minder Hinder’-maatregelen uitgekeken wordt naar alternatieven voor het (container)vervoer via de weg.
Met het project ‘Terminalhub Logistiek Centrum Gorinchem’ zal een terminalhubshuttle tussen de terminals in Waalwijk, Veghel, Oss, Tilburg, Ridderkerk, Duisburg en Emmerich en de haven van Antwerpen varen, via Logistiek Centrum Gorinchem (LCG).
In ‘Flanders Container Corridor’ werken Stukwerkers en Danser Benelux samen om de containerstromen in en rond de regio Gent te bundelen, zodat er voldoende volume ontstaat voor meerdere dagelijkse afvaarten van en naar de haven van Antwerpen.
Voor de binnenvaartoperatoren is het project een opsteker. “Elke steun voor de binnenvaart is positief,” zegt Antoon Van Coillie, directeur bij Zulu Associates. “Het zal natuurlijk wel te bezien zijn hoeveel animo er nog is voor het project als de subsidie wegvalt. Men hoopt wellicht dat de operatoren, eenmaal deze weg ingeslagen, hun werkwijze niet opnieuw gaan veranderen.”
De keuze voor een stevige verbinding met Gorinchem is volgens Van Coillie een stap in de goede richting. “Gorinchem is een draaischijf voor de binnenvaart, met verbindingen richting de Rotterdamse haven en verder richting Duisburg (Duitsland).”
Vanuit zijn businessmodel, dat volop inzet op kleinere en autonome binnenvaartschepen, heeft Van Coillie wel bedenkingen bij de praktische invulling van deze projecten. “Dat de onderbenutte waterwegen beter zullen worden benut, kunnen we alleen maar toejuichen. We moeten ons als binnenvaartsector wel afvragen of de huidige aanpak, met focus op containervervoer in steeds grotere schepen, de juiste is. Varen de schepen die vandaag op deze lijnen varen, op volle capaciteit? De behandeling van grote containervolumes in één keer op de terminals bij vertrek en aankomst vreet aan het concurrentievoordeel ten opzichte van het snelle wegvervoer. Kleinere, wendbare schepen zijn sneller te behandelen en vragen ook een minder grote “voetafdruk” van terminalinstallaties langs de waterwegen. Dat zijn zaken die ook meespelen als we de binnenvaart competitief willen houden ten opzichte van het vergroenende wegvervoer en de evoluties van het goederenvervoer per spoor.”
