Track&Trace alleen voor de grote vloten? Niets van, zo zeggen de leveranciers haast in koor. Ook (zeer) kleine vloten halen meerwaarde uit de technologische mogelijkheden die vandaag beschikbaar zijn. “Stel dat je een vloot hebt van een twintigtal voertuigen. Je krijgt een opdracht van een klant om ergens diezelfde dag nog te laden of te lossen. Ga je dan alle twintig chauffeurs bellen om te kijken of ze tijd hebben om die opdracht te doen? Neen toch?” Elke Krämer, Marketing Manager bij Suivo, maakt met een eenvoudig voorbeeld onmiddellijk duidelijk waarom track&trace ook voor de kleinere vloten een relevante piste is. “De uitdagingen waarmee transport en logistieke bedrijven worstelen zijn in principe dezelfde zowel voor grote als kleine ondernemingen”, zegt Tinne Baele van Transics. Voor Jessie Pauwels, Country Manager voor Trimble Transport & Logistics België, is het duidelijk dat óók de kleinere vloten track&trace ofwel al omarmd hebben, ofwel sterk geïnteresseerd zijn om te ontdekken wat de technologie hen te bieden heeft. “De redenen waarom ze kiezen voor track&trace kan wel verschillen”, legt ze uit. “Er zijn kleinere klanten, met vijf tot tien voertuigen, die een oplossing kopen om hun vloot en chauffeurs beter te kunnen opvolgen. Ze kunnen dan vlotter lonen berekenen, wat in de transportsector niet makkelijk is. Maar er is ook de administratieve opvolging, de gegevens van de tachograaf die van op afstand uitgelezen kan worden, de opvolging van de rij- en rusttijden, de aansturing van chauffeurs… Aan de andere kant zijn er ook bedrijven die een oplossing nodig hebben omdat het moet van hun opdrachtgever, of dat nu een andere transportonderneming is of de eindklant. Zij willen vooral logistieke informatie opvolgen: zijn de goederen afgeleverd, is de CMR er, waren er beschadigingen…” Ook bij Geotracer, de Belgische verdeler van geolocalisatie-oplossingen, ziet men een toenemende interesse bij de kleinere vloten. Dat heeft onder meer te maken met het goedkoper worden van de in te bouwen units en de verminderde kost voor de noodzakelijke connectiviteit. Transporteurs zien ook wel de meerwaarde in die dergelijke diensten kunnen betekenen. “Zij zijn vandaag beter ingelicht over de mogelijkheden en krijgen ook van hun eigen klanten vragen om monitoring. We zien ook een stijgende vraag naar diensten die te maken hebben met veiligheid en diefstal”, zegt Sales Team Manager Erik Denutte. “Bij de diefstal van een trekker koppelt men onmiddellijk de boordcomputer los. Wel, dan bestaat de mogelijkheid een bijkomend toestel te installeren dat volledig op batterij werkt en vanop afstand kan geactiveerd worden om éénmaal per dag de locatie door te geven. Leasing- en verzekeringsmaatschappijen zijn daarin voortrekker.” Erik Denutte benadrukt ook dat de mogelijkheden van geolocalisatie ook toepasbaar zijn op trailers, kooiapen, containers of andere objecten. Op die manier kan een onderneming een oog op de trailer houden, óók als een onderaannemer ermee aan het rijden is.
Andere noden
Of de behoeftes anders zijn bij grote dan bij kleinere vloten? Jessie Pauwels ziet wel enkele opvallende verschillen. Zo zijn de grotere vloten veel meer dan de kleine geïnteresseerd in grondige data-analyse. Op basis van de gegevens die uit track&trace-systemen komen, willen ze kijken wat de opbrengst per rit is, welk beladingspercentage ze halen enzovoort. Door die data te analyseren, kunnen ze de werking van hun onderneming gaan optimaliseren. “Daar zijn kleinere bedrijven vandaag nog niet mee bezig. Zij doen toch nog vooral wat moet”, klinkt het. “Hetzelfde geldt voor het monitoren van het rijgedrag van chauffeurs. Die vraag komt zowel van de grote als van de kleine vloten, maar echt gedetailleerd inzoomen met de bedoeling om op basis van die gegevens chauffeurs te gaan coachen, dat zien we alleen bij de grotere vloten. De kleinere willen vooral zicht hebben op bijvoorbeeld het gemiddeld brandstofverbruik van de verschillende chauffeurs. Zij hebben ook de middelen niet om echt dieper in te gaan op de herkomst van het verschil in verbruik, wat bij de grotere wel het geval is.” Ook Erik Denutte ziet dat de behoeften van kleinere spelers meer basic zijn. “Kleinere klanten hebben bijvoorbeeld meer nood aan ondersteuning op vlak van de kilometerheffing, of willen op afstand de tacho-gegevens kunnen uitlezen zonder daarvoor zwaar te investeren in software dat die gegevens interpreteert om er bijvoorbeeld de rij- en rusttijden uit te destilleren”, zegt hij. Voor Elke Krämer ligt een belangrijke grens bij 10 voertuigen: wie een vloot heeft die niet groter is dan dat, kan heel veel nog manueel opvolgen en aansturen. “Eenmaal je boven die 10 zit, dan helpt digitalisering omdat je nu eenmaal geen dedicated persoon op kantoor kan hebben om alles in detail op te volgen.” Immers, illustreert ze, 20 chauffeurs die per dag elk 10 opdrachten doen waar een papieren werkbon aan vast hangt, dat betekent 1.000 bonnen per week die moeten beheerd worden – eerst door de chauffeurs, nadien nog eens op kantoor. “Je zit heel snel aan voldoende werk voor een halftijdse kracht die dankzij digitalisering vrij is om iets anders te doen.” Op die manier komt Elke Krämer tot een terugverdientijd van zes tot negen maanden. “In elk geval minder dan een jaar”, zegt ze. Daarbij houdt ze niet alleen rekening met tijdsbesparing op vlak van administratie, loonberekening en dergelijke, niet alleen het efficiënter aansturen van de vloot, maar ook met minder makkelijk becijferbare winsten : “Wij merken bijvoorbeeld dat er een besparing is op het aantal gereden kilometers wanneer chauffeurs weten dat ze gemonitord worden. Bovendien worden de gewerkte uren heel precies geregistreerd.” Jessie Pauwels wijst in dat verband ook op de keuze die bedrijfsleiders hier moeten maken. “Als het gaat om return on investment maken grotere bedrijven eerder de afweging om te investeren in technologie of het aanwerven van extra resources. In kleinere bedrijven spendeert de bedrijfsleider vaak heel wat avond- en weekenduren aan administratieve taken of uitlezen van de tacho’s. Hoeveel deze uren waard zijn, is moeilijk te becijferen, toch zorgt de inzet van telematica voor het correcter uitbetalen van lonen, het vermijden van boetes op rij- en rusttijden, lager brandstofverbruik en sneller factureren.”
Digitalisering
De digitalisering staat ook voor de transportsector niet stil, en de mogelijkheden die geolocalisatie bieden nemen steeds meer toe. Dat merkt ook Erik Denutte: “Proximus biedt nu LoRa aan, een manier om via GSM-masten de locatie te bepalen, los van het GPS-netwerk. Dat is iets dat wij willen integreren in safety-oplossingen”, zegt hij. “Verder merken we een toenemende miniaturisering van de units: ze worden steeds performanter én kleiner. Bovendien zijn de batterijen ook krachtiger. Tot slot zien we ook meer en meer vraag naar RFID. Dat laat bijvoorbeeld toe om containers uit te rusten met een klein zendertje zodat je weet waar welke container is afgezet.” Ook Elke Krämer haalt de Internet of Things aan wanneer we haar vragen even vooruit te kijken. “Dat gaat het mogelijk maken dat we containers, leeggoed… gaan kunnen opvolgen, wat tot nóg efficiëntere processen zal leiden.” Daarnaast ziet ze ook een belangrijke verandering op vlak van het verwachtingspatroon van klanten. Realtime wordt de standaard. “Als je als onderneming níet op digitalisering inzet, zal je op een bepaald moment niet snel genoeg meer zijn. Verladers verwachten dat je een bepaald time slot respecteert en dat je op zijn minst in real time je estimated time of arrival kan doorgeven als je vertraging oploopt.” Jessie Pauwels, tot slot, wil in de toekomst vereenvoudiging brengen. “Vandaag gebruikt elke opdrachtgever zijn eigen app. Maar, het is toch geen goede oplossing als een chauffeur 20 apps heeft en steeds moet weten welke hij moet gebruiken? Daar hebben wij ook oplossingen voor”, klinkt het. “En we kijken ook verder, naar de zelfrijdende vrachtwagen die – als ik mag geloven wat specialisten mij vertellen – er sneller zal zijn dan we over het algemeen denken. Op dat moment krijgt de chauffeur een ander profiel en zal hij in de vrachtwagen ook andere taken hebben. Dan heb je de juiste tools nodig, en tools, dat is technologie.”
Investeringen?
Wat track&trace kost, hangt af van welke functionaliteiten er allemaal nodig zijn. Het is evident dat een systeem dat één maal per dag de positie doorgeeft minder kost dan een dat realtime informatie doorgeeft én tweerichtingscommunicatie tussen vrachtwagen en dispatcher mogelijk maakt. De leveranciers die we contacteerden, zien drie kosten verbonden aan een track&trace-systeem: 1/ Hardware: de hardware in het voertuig moet aangekocht worden. Sommige leveranciers maken het ook mogelijk om deze kost te spreiden zodat er geen voorafgaande investering nodig is. 2/ Installatie: de hardware moet ingebouwd worden in het voertuig. Afhankelijk van de complexiteit kan het mogelijk zijn dat ook zelf te doen. 3/ Abonnement: deze kost omvat enerzijds de communicatie en anderzijds de licentie voor de software.
“Als je níet op digitalisering inzet, zal je op een bepaald moment niet snel genoeg meer zijn” (Elke Kraemer, Suivo) “De truck en de trailer draaien volop mee in het verhaal van digitalisering, en net de koppeling met nieuwe voertuiggebonden oplossingen biedt nieuwe synergiën ter bevordering van veiligheid en efficiëntie.” (Tinne Baele, Transics)
Drie basisfunctionaliteiten
Naast pure localisatie zijn volgens Transics de drie grootste uitdagingen van alle transportbedrijven vandaag veiligheid, digitalisering en het tekort aan chauffeurs. Maar hoe kunnen moderne fleetmanagementoplossingen daarbij helpen?
-
Bescherming tegen diefstal
De transportsector werd nog nooit met zoveel diefstal van voertuigen en ladingen geconfronteerd als in 2016. Deze trend zal in de toekomst nog worden versterkt door de nieuwe EU-richtlijn EG561, die chauffeurs verbiedt om hun wekelijkse rustpauze in het voertuig door te brengen. Dat betekent dat ze hun truck niet langer constant kunnen bewaken, wat het risico op diefstal vergroot. De gevolgen hiervan gaan veel verder dan de tijdrovende administratieve afhandeling van diefstal met klanten en verzekeringsmaatschappijen. Een groeiend aantal bedrijven die gevaarlijke of zeer waardevolle goederen produceren, eisen vandaag dat trucks en trailers worden uitgerust met antidiefstalsystemen. Bepaalde fleetmanagementsystemen omvatten immers alle nodige veiligheidsfuncties. “De oplossingen van Transics, bijvoorbeeld, integreren een antistartsysteem met oplossingen om de truck / trailer op afstand te sluiten. Zo beantwoorden transporteurs aan de eisen van verzekeringsmaatschappijen.”, zegt Tinne Baele.
-
Digitalisering
Om aan al hun eisen te voldoen, hebben transporteurs nood aan relevante data, die altijd en overal beschikbaar zijn. Steeds meer eindklanten werken b.v. aan een groen imago en verwachten daarom gedetailleerde gegevens rond de milieuprestaties van de vloot van hun transporteur. Klanten willen hun orders ook steeds vaker in realtime kunnen opvolgen. Daarom eisen ze ook meer transparantie van hun transporteurs. “Een geavanceerde FMS-oplossing biedt inzicht in al deze data. Door documenten digitaal te beheren kunnen de planners in de backoffice b.v. vlot documenten uitwisselen met chauffeurs. Zo verlopen administratieve processen veel sneller en met minder papierwerk. Ook het administratieve werk rond de wetgeving voor minimumlonen – een onderwerp dat de transportsector zeker aanbelangt – kan dankzij een slim FMS-systeem worden geautomatiseerd, met ook daar tijd- en geldbesparingen.”, zegt Tinne Baele.
-
Het tekort aan chauffeurs
Wat kunnen transporteurs doen om ervaren chauffeurs aan te trekken en in dienst te houden? “Een moderne, goed uitgeruste vloot helpt! Ook comfort speelt een grote rol. Chauffeurs willen gebruiksvriendelijke tools en eenvoudige processen. Een meertalige boordcomputer gekoppeld met de backoffice, b.v., zorgt dat ze vlot en in realtime gegevens kunnen uitwisselen en vermindert de administratieve werkdruk voor chauffeurs. Dankzij een FMS-systeem moeten chauffeurs ook niet langer manueel hun logboek invullen. Alles kan gemakkelijk automatisch worden geregistreerd, wat hun dagelijkse taken veel gemakkelijker maakt.”, zegt Tinne Baele.