Minder dan een jaar na zijn lancering, stoot het Belgische project voor de elektronische CMR al op zijn grenzen. Op internationaal gebied daarentegen, begint de mayonaise te pakken en een aantal landen doen ervaringen op die hun in de toekomst goed van pas zullen komen. “Er bestaat grote belangstelling voor de elektronische CMR, maar op dit ogenblik worden er geen miljoenen van verkocht”, vertelt Zeljko Jeftic (Head of Global Innovation bij de IRU). Het gebruik van de eCMR is nog steeds vrij beperkt, maar onze partners stellen vast dat het aantal verkocht exemplaren de voorbije drie maanden is toegenomen. Dat is een normale evolutie, het gaat er immers niet alleen om een papieren document door een elektronisch exemplaar te vervangen. Het echte potentieel ontdekken we wanneer de eCMR in alle processen van het bedrijf wordt opgenomen en dat vraagt natuurlijk wat tijd. Eens de grote bedrijven die drempel over zijn, zullen de cijfers snel gaan stijgen.” België hinkt achterop In België ziet de situatie er helaas minder rooskleurig uit. Ondanks eerdere beloftes, beperkt het pilootproject zich nog steeds tot het binnenlandse transport, waar lang niet alle leveringen met een CMR worden uitgevoerd. “De Belgische bedrijven zijn nog steeds terughoudend en voor velen onder hen is het internationale aspect een absolute voorwaarde”, legt Hans Lip (Transfollow) uit. “Bovendien”, gaat Barry Van Leuven (Pionira) verder, “zijn buitenlandse bedrijven het nu gewend aan het worden om met eCMR’s te werken, ze zullen steeds minder geneigd zijn om twee verschillende systemen te gebruiken want dat zal hen een pak meer kosten.” Hetzelfde verhaal horen we bij Chez Transport IT, waar enkele exemplaren van het systeem bij Ideal Freight worden gebruikt. Alain Adriaens: “Het is zo al niet makkelijk om klanten te vinden die enkel in binnenlands transport zijn geïnteresseerd, en wanneer ze dan horen dat het ministerie hen zou kunnen contacteren om een hoop zaken te analyseren, smelt die interesse als sneeuw voor de zon.” Om de situatie te deblokkeren, moet de eCMR waarschijnlijk op Benelux-niveau worden toegelaten. Zoals gewoonlijk, zijn de Nederlanders hier al actief mee bezig en Luxemburg is vragende partij. “De Belgische federaties lobbyen niet genoeg”, vindt Barry Van Leuven. “En er is niet genoeg communicatie met de verladers. In de landen waar de eCMR ingeburgerd lijkt te raken, zijn de federaties er veel beter in geslaagd de overheid het belang van de elektronische CMR duidelijk te maken.” Dat belang is voor alle betrokken partijen nochtans overduidelijk. “Zo heeft de bestemmeling een beter zicht op de leveringen en kan hij de gegevens over de goederen snel in zijn WMS ingeven”, verklaart Hans Lip. Het zal dus nog wel even duren voor alle voordelen van de eCMR gekend zijn, maar intussen zijn er in België gewoon te weinig bedrijven die de mogelijkheid hebben om ze ook effectief te leren En Duitsland intussen… Met Slovenië erbij, hebben nu al twaalf landen de eCMR-overeenkomst ondertekend. In Nederland en de andere deelnemende landen volgen de pilootprojecten elkaar op, maar Duitsland blijft de grote afwezige. Volgens Zeljko Jeftic moeten we de uitslag van de federale verkiezingen afwachten vooraleer het dossier daar weer op tafel komt.