Er zal dit jaar geen jaarlijkse receptie van de drie Belgische vervoersfederaties plaatsvinden. Covid heeft weer eens anders besloten. Febetra, UPTR en TLV wilden zich echter achter een gemeenschappelijke boodschap aan de politiek scharen, en die boodschap is ondubbelzinnig: het is de hoogste tijd dat de verschillende machtsniveaus in actie komen om transportbedrijven te helpen massaal over te schakelen op voertuigen die niet afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.

De drie federaties zijn van mening dat de Belgische vervoerders, die in de strijd tegen de opwarming van de aarde geen toeschouwers maar actoren willen zijn, momenteel in hun optreden worden beperkt. Enerzijds is de aankoop van nulemissievoertuigen duur en zijn de klanten niet voldoende bereid om meer te betalen voor schoner vervoer. “Onder deze omstandigheden tekent de typische KMO-transporteur met zijn minimale marges die op e-trucks overschakelt, zo samen met zijn aankooporder een 99,98% zekere garantie op een faillissement,” zeggen Febetra, UPTR en TLV, die met afgunst kijken naar wat er gebeurt bij onze Nederlandse en Duitse buren, waar de staat tot 80% van de extra kosten voor de aankoop van emissievrije vrachtwagens subsidieert.

De beroepsorganisaties roepen de regionale regeringen dan ook op om vergelijkbare stimuleringsmaatregelen te treffen op de gebieden waar zij bevoegd zijn, maar zij nodigen ook de federale regering uit om uit de kast te komen: “De transitie naar andere aandrijvingen slaagt enkel met fiscale instrumenten zoals de grotere aftrekbaarheid voor peperdure laadinfrastructuur. Het is niet ernstig dat de huidige extra aftrek zal verdwijnen nog voor er trucks gekocht kunnen worden op bijvoorbeeld waterstof of e-trucks die met 44 ton 1000 kilometer ver kunnen rijden.”

Volgens hen is het een uitgemaakte zaak dat zonder een consequente en coherente beleidsreactie de emissievrije vrachtwagens die op de Belgische wegen zullen rijden, buitenlandse kentekens zullen dragen.