Amanda Rasch (DKV Mobility): “E-mobiliteit in opmars, ook in België”

Amanda Rasch is sinds september 2022 de nieuwe Managing Director van DKV Mobility voor de Benelux. Ze besteedt bijzondere aandacht aan de ontwikkeling van e-mobiliteitsoplossingen, een gebied waarop België helaas wat achterloopt. Maar DKV Mobility is duidelijk vastbesloten om de beweging te versnellen, ook in ons land.

Waarom heb je deze functie bij DKV Mobility geaccepteerd, aangezien je eerder werkte als technisch directeur voor een softwarebedrijf?

Amanda Rasch: Ik heb me de afgelopen jaren breed ontwikkeld en vond het tijd om terug te keren naar de transportsector, waar ik mijn carrière ben begonnen. Mijn passie voor transport en logistiek is er altijd geweest. Het is een complex en competitief landschap waarin ik geloof dat medewerkers de sleutel tot succes zijn. Immers, als je geen goede werkgever bent, zul je nooit in staat zijn om klanten op de best mogelijke manier te bedienen.

E-Mobility, een snelgroeiende sector

DKV Mobility stond gekend voor zijn tankkaart, maar is ondertussen veel meer dan dat geworden. Hoe zou u DKV Mobility vandaag de dag omschrijven?

A. Rasch: We zijn duidelijk veel meer dan alleen een leverancier van tankkaarten. DKV Mobility is een platform voor betalingen en oplossingen onderweg voor de hele mobiliteitssector, maar vandaag de dag maken we steeds meer deel uit van de oplossing voor de energietransitie.

Wat houdt de e-Mobility-component vandaag de dag in binnen DKV Mobility?

A. Rasch: Het is een van de belangrijkste silo’s binnen het bedrijf geworden, naast onze meer traditionele diensten zoals toloplossingen. Wij maken deel uit van deze verschuiving, die iedereen in de mobiliteitssector ertoe zou moeten aanzetten anders te denken en te handelen. In deze context was de overname van GreenFlux in 2021 een belangrijk moment: dit bedrijf, dat beheersoftware ontwikkelde voor het opladen van elektrische voertuigen, bracht ons uiteraard een schat aan expertise die perfect samengaat met de ervaring van DKV Mobility. In 2023 werkt er al een groot aantal medewerkers voor de divisie e-Mobility en dit aantal zal alleen maar toenemen, met een steeds breder scala aan profielen.

Werken deze mensen alleen op het hoofdkantoor of zijn ze ook ter plaatse in de verschillende dochterondernemingen?

A. Rasch: De meeste onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten worden uiteraard centraal uitgevoerd, maar het contact met de spelers ter plaatse is gedecentraliseerd.

Hoe kunnen we Nederland inhalen?

Je hebt de leiding over de Benelux business unit. Dus je moet grote verschillen zien tussen wat er momenteel gebeurt in Nederland en in België…

A. Rasch: Nederland loopt zeker voorop en de markt is daar al redelijk verzadigd. Bedrijven hebben ook meer tijd gehad om zich vertrouwd te maken met de nieuwe technologieën omdat de autoriteiten hen die tijd hebben gegeven.
De tijd van proefprojecten is voorbij en wagenparken schakelen nu over op een hogere versnelling.
Vandaag kan het nog een versnelling hoger, vooral omdat 28 Nederlandse steden vanaf 1 januari 2025 ontoegankelijk zullen zijn voor nieuwe lichte en zware bedrijfsvoertuigen met verbrandingsmotoren. In België zitten we nog in de pilotfase, maar ik denk dat Belgische steden zoals Antwerpen, Gent en Brussel het voorbeeld van hun Nederlandse tegenhangers zullen volgen.

Luistert de Nederlandse politiek beter naar het bedrijfsleven?

A. Rasch: Zo zou ik het niet willen stellen. Ten eerste moeten dingen op Europees niveau georganiseerd worden. Als alleen de Nederlandse overheden en bedrijven op één lijn zouden zitten, zou het niet werken. Onze industrie werkt omdat we internationaal actief zijn, er is veel internationaal transport en de overgang naar elektrificatie wordt makkelijker gemaakt.

Merk je ook een verschil in mentaliteit tussen Vlaanderen en Wallonië?

A. Rasch: Wallonië is een heel andere regio dan Vlaanderen in termen van bevolkingsdichtheid, maar de verschillen zijn het duidelijkst in de beschikbare laadinfrastructuur. Ik ben er echter zeker van dat we met alle investeringen die worden gedaan, onze achterstand kunnen inhalen.

Hoe kan België zijn achterstand inhalen?

A. Rasch: Ten eerste moet je ondernemers motiveren om zich met e-mobiliteit bezig te houden. Ten tweede zou ik zeggen dat je meteen moet beginnen en zo snel mogelijk ervaring moet opbouwen, want als je dat niet doet, word je snel ingehaald door de concurrentie. Maak gebruik van de beschikbare expertise en gegevens. Vandaag kunnen we bijvoorbeeld bewijzen dat een vloot van elektrische vrachtwagens of bestelwagens ook een rol kan spelen in het energie-ecosysteem. Een elektrische vrachtwagen die stilstaat, kan bijvoorbeeld ook een back-upoplossing bieden voor het elektriciteitsnet. Dit gaat veel verder dan het traditionele concept van logistiek.

Heb je ook contact met de andere schakels in de e-mobiliteitsketen en welke rol kun je met hen spelen?

A. Rasch: We kunnen zeker, en zijn al, een web aan het weven met nichespelers die speciale oplossingen ontwikkelen. We staan ook open voor mogelijke overnames die onze voetafdruk in deze markt kunnen versterken, zoals we hebben gedaan met GreenFlux.

_

VIP-Interview

Wat zijn de laatste boeken die u hebt gelezen?

AR: Ik hou erg van thrillers en ik ben vooral dol op Jeroen Windmeijer omdat zijn verhalen zich afspelen in mijn woonplaats Leiden.

Wie bewondert u het meest?

AR: Boyan Slat, de oprichter van Ocean Cleanup. Op 16-jarige leeftijd identificeerde hij een probleem en jaren later ontwikkelde hij een oplossing en bracht die in de praktijk.

Wat is uw favoriete kunstwerk?

AR: Het Leven van de Mens, van Jan Steen (een 17e eeuwse Nederlandse schilder, nvdr). Het is een schilderij waar ik lang naar kan kijken en het vertelt ons veel over de geschiedenis van ons land.

lees ook

Aankomende Events

ONTVANGT U ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF NOG NIET? MELD JE DAN NU AAN!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
transport media logo